Herstellen van defecten
en andere voorwerpen uit de buurt bij
het starten van de motor. Gebruik de
noodstartkoord uitsluitend zoals voor-
geschreven. Raak het vliegwiel of ande-
re bewegende onderdelen niet aan
wanneer de motor draait. Installeer het
startermechanisme of de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Raak bij het starten of gebruiken van de
motor de ontstekingsspoel, de bougie-
kabel, de bougiedop of andere elektri-
sche onderdelen niet aan. U loopt het
risico op elektrische schokken.
DMU38841
Noodstart (model met manuele
starter)
1.
Verwijder de motorkap en het be-
schermdeksel.
2.
Verwijder de doorvoerrubber en de neu-
trale-startbeveiligingskabel van de repe-
teerstarter.
89
3.
Verwijder de repeteerstarter nadat u de
bout(en) hebt verwijderd.
ZMU06574
4.
Leid de neutrale-startbeveiligingskabel
onder de brandstofleiding door en ver-
wijder de veer ervan.
ZMU06577
ZMU06576
ZMU06575
ZMU06579