Nederlands
Storingen
Motor stopt niet na gebruik van stop-
knop
Motor bereikt nominale snelheid niet of
oscilleert
Het startertandwiel lost niet na het star-
ten van de motor
Motor start niet of probeert te starten en
stopt dan
Zwarte rook
Abnormale verhitting – temperatuur
water/olie te hoog
92
Oorzaken
Dit is normaal als installatiedruk niet
hersteld wordt
Storing schakelpaneel
Storing elektromagneet voor stoppen
van dieselpomp of schakelpaneel
Versnellingshendel in verkeerde stand
Brandstofzeef verontreinigd
Defecte injecteur/pomp
Fout snelheidsmeter
Storing in schakelpaneel op regelkast
Accu's niet geladen
Gebrek aan brandstof
Lucht in brandstofcircuit
Brandstofzeef verontreinigd
Luchtzeef verontreinigd
Storing in brandstofcircuit: injecteur
geblokkeerd, storing injectiepomp
Temperatuur te laag
Losgeraakte of roestige verbindingen
tussen accu/starter/relais
Storing schakelpaneel dieselpomp
Storing starter
Luchtzeef verontreinigd/verstopt
Oliepeil te hoog
Probleem met injecteur, brandstofpomp
etc.
Overbelasting pomp (wrijvingen)
Koppeling niet uitgelijnd
Omgevingstemperatuur hoger dan 40 °C
Onvoldoende ventilatie
Radiator/koelsysteem verontreinigd/
verstopt
Gebrek aan water in radiator/warmte-
wisselaar
Klep van warmtewisselaarcircuit geslo-
ten of niet ver genoeg open
Storing watercirculatiepomp
Storing ventilatorriem (luchtgekoelde
motoren)
Storing van bijbehorend alarm
Oplossing
Automatisch bedrijf stoppen, dan de
pomp stoppen.
Schakelpaneel uitschakelen, dan con-
troleren.
Brandstofhendel waarop de elektromag-
neet werkt handmatig bedienen.
Toerental controleren en afstellen en
hendel vastzetten.
Reinigen of vervangen.
Contact opnemen met de klantenser-
vice.
Afstand tot wiel controleren. Vervangen.
Contact opnemen met de klantenser-
vice.
Accu en oplader van accu controleren.
Accu laden en indien nodig vervangen
Als dit niet wordt aangegeven door het
waarschuwingslampje op het schakelpa-
neel: brandstoftank en alarmvlotter con-
troleren. Vervangen.
Tank vervangen.
Lucht uit circuit verwijderen door de
injecteurs en de dieselbrandstofzeven te
legen.
Vervangen.
Vervangen.
Contact opnemen met de klantenser-
vice.
Controleren of omgevingstemperatuur
niet lager is dan 10 °C. Dan controleren
of de olie/waterverwarmer correct func-
tioneert.
Vervangen.
Kabels en klemmen controleren.
Opnieuw bedraden. Correct aandraaien
Vervangen.
Controleren en indien nodig vervangen.
Contact opnemen met de klantenser-
vice.
Vervangen.
Overtollige olie verwijderen.
Contact opnemen met de klantenser-
vice.
Demonteren en controleren.
Correct uitlijnen.
Ruimte ventileren.
Filters en ventilatierooster controleren.
Reinigen of opnieuw kalibreren.
Demonteren en reinigen.
Na het koelen met water vullen en op
lekken controleren.
Controleren dat er water door de pomp
stroomt, dan de vlinderklep openen.
Contact opnemen met de klantenser-
vice.
Spanning controleren en indien nodig
vervangen.
Sensor, aansluitingen en regeleenheid
op schakelpaneel controleren. Indien
nodig vervangen.
WILO SE 10/2013