Stap 2
Het stuurprogramma en software installeren
10
Leid de netwerkkabel voorzichtig in de goot die
via een bocht naar de achterkant van de
machine loopt, zoals hieronder aangegeven.
Sluit vervolgens de kabel op het netwerk aan.
Onjuiste configuratie
Zorg dat de kabel geen belemmering vormt
voor het sluiten van de afdekkap; anders zou
er een fout kunnen optreden.
Opmerking
Als u zowel een USB- als een LAN-kabel gebruikt,
moet u beide kabels op elkaar door de goot leiden.
11
Til het scannerdeksel op om de vergrendeling
los te maken. Druk de steun van het
scannerdeksel voorzichtig naar beneden en
sluit het scannerdeksel.
12
Zet de machine aan door de stekker in het
stopcontact te steken.
13
Selecteer netwerk en klik vervolgens op OK.
26
14
Als u de toets Scan op de machine wilt
gebruiken om te scannen via het netwerk, moet
u het selectievakje Registreer uw computer
met de "Scan naar" functies of de machine
inschakelen. Verder moet u een naam voor uw
Macintosh invoeren in het veld Display naam.
De naam die u hier invoert wordt weergegeven
op het LCD-scherm van de machine wanneer u
op de toets Scan drukt en een scanoptie kiest.
De naam mag niet meer dan 15 tekens lang
zijn. (Raadpleeg hoofdstuk 11 van de
softwarehandleiding op de cd-rom voor meer
informatie over scannen in een netwerk.)
15
Klik op Bladeren.
16
Selecteer de naam van uw model en klik
vervolgens op OK.
17
Klik op Ga en vervolgens op Programma's.
18
Dubbelklik op de map Hulpprogramma's.
®
Macintosh