▷ Plastic/conduit-wartels met meervoudige kabel-
doorvoer gebruiken. Deze kunnen samen met de
insteekbare aansluitklemmen worden verwijderd.
▷ Op de uitgangen geen spanning aansluiten.
▷ Een kortsluiting aan de uitgangen stelt een van
de uitwisselbare zekeringen in werking.
▷ Afstandsontgrendeling niet cyclisch (automa-
tisch) aansturen.
▷ De veiligheidsstroomcircuit-ingangen alleen via
contacten (relaiscontacten) bedraden.
▷ De begrenzers in het voorwaardencircuit (bijv.
veiligheidstemperatuurbegrenzer, noodstop)
moeten klem 35 en indien overeenkomstig ge-
parametreerd de optionele veiligheidsrelevante
ingangen, bijv. op de klemmen 36 tot en met 41,
spanningsvrij schakelen. Als het voorwaarden-
circuit onderbroken is, knippert op het display
51 als waarschuwingsmelding en alle gasklep-
uitgangen van de BCU zijn spanningsvrij ge-
schakeld.
▷ Aangesloten aandrijvingen met beschermende
bedrading overeenkomstig de opgave van de
fabrikant uitvoeren. De beschermende bedrading
voorkomt hoge spanningspieken die een storing
van de BCU veroorzaken kunnen.
▷ Ontstekingskabel in de BCU in de daarvoor be-
stemde
kabelgoot 1
weg via de
kabelwartel
1
▷ Bij de ontstekingstransformator de maximale in-
schakelduur in acht nemen (zie de informatie van
de fabrikant). Zo nodig de minimale pauze t
(parameter A062) aanpassen.
▷ Alle functies van de ingangen op klem 1 t/m 7,
35 t/m 41 evenals van de contacten 80 t/m 82,
85 t/m 87, 90 t/m 92 en 95 t/m 97 zijn afhankelijk
van de parameters I050 t/m I074.
1 Installatie spanningsvrij maken.
Voor het bedraden ervoor zorgen, dat de gele
parameter-chip-card zich in de BCU bevindt.
leggen en langs de kortste
uit de BCU leiden.
2
▷ Voor de BCU zijn schroefklemmen of veerkracht-
klemmen leverbaar:
Schroefklemmen, bestelnr. 74924876,
veerkrachtklemmen, bestelnr. 74924877.
3 Bedraden volgens het aansluitschema – zie vanaf
pagina 7 (Aansluitschema).
4 Na het bedraden het deksel van de behuizing
weer sluiten en de dekselschroeven met 2,4 Nm
vastdraaien.
BP
NL-6