DE AFBEELDING SPIEGELEN (Spiegelbeeld)
Met deze functie maakt u op de kopie een spiegelbeeld van het origineel.
Plaats het origineel.
Leg het origineel met de bedrukte zijde omhoog in de invoerlade of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
1
Plaats het origineel in de automatische documentinvoer.
☞
ORIGINELEN IN DE AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER PLAATSEN
Plaats het origineel en geef dan het formaat origineel op.
☞
FORMATEN ORIGINEEL
Speciale functies selecteren.
(1) Druk op de toets [Spec. Functies].
2
(2) Druk op de toets [Beeld bewerken].
☞
TOETS [Beeld bewerken]
Spec. Functies
Afbeeld. bew.
3
Foto herhalen
Z/W
Omgekeerd
Druk op [START].
Het kopiëren begint.
Als u de glasplaat gebruikt om meerdere originelen te kopiëren, vindt het kopiëren plaats terwijl u elk origineel scant. Vervang de
originelen en druk op [START] wanneer u de sorteerfunctie heeft geselecteerd. Herhaal dit tot alle pagina's zijn gescand en druk
4
dan op [Lezen Klaar].
Als u scannen en kopiëren wilt annuleren...
Druk op de toets [STOP] (
Als u een instelling spiegel-beeld wilt annuleren...
Druk op de toets [Spiegel-Beeld] in het scherm van stap 3 zodat de toets niet wordt gemarkeerd.
Origineel
(pagina 2-29)
(pagina 2-78)
(1)
(2)
OK
OK
Spiegel-
Centreren
Beeld
).
Gespiegelde kopie
(pagina 1-37)
Selecteer Spiegel-Beeld.
(1) Druk op [Spiegel-Beeld] zodat de toets
wordt gemarkeerd.
(2) Druk op [OK].
U keert terug naar het scherm Speciale Functies. Druk op
[OK] om naar het basisscherm van de kopieermodus
terug te keren.
2-81
KOPIEERMACHINE
Inhoudsopgave