3
Werking van de verwarmingsinstallatie
3
Werking van de verwarmingsinstallatie
3.1
Verwarmingsinstallatie inschakelen
Zorg er vóór het inschakelen voor,
– dat de bedrijfsdruk volstaat,
– dat de hoofdkraan voor de brandstoftoevoer
geopend is en
– dat de verwarmingsnoodschakelaar ingeschakeld is.
3.1.1 De verwarmingsinstallatie met behulp van het
regeltoestel en de bedieningseenheid in
bedrijf stellen
Plaats de beide draaiknoppen aan het regeltoestel in
op "AUT" (automatisch bedrijf). In die positie wordt
de installatie door de bedieningseenheid gestuurd.
Schakel de bedrijfsschakelaar in (positie "I"). Het
regeltoestel controleert de actuele installatiestatus
en de brander gaat eventueel in bedrijf.
Wanneer de verwarmingsketel een warmtevraag
ontvangt, begint het startprogramma, de brander
onsteekt na ongeveer 30 seconden. Er ontstaat een
warmtevraag als de verwarmings- of
warmwatertemperatuur onder de ingestelde waarde
daalt. De LED onder de betreffende draaiknop licht op.
6
Condensatieketel voor stookolie Logano GB125 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
Afb. 3
Regeltoestel instellen
Afb. 4
Verwarmingsinstallatie inschakelen