Algemene Gebruikshandleiding
6.13.3 Mogelijke foutoorzaken
De aflezing hangt af van de meting van één enkele spanning, zodat storingen of spanningspieken, veroorzaakt door
andere apparaten, een afleesfout kunnen veroorzaken. Een manier om dit na te gaan bestaat door het uitvoeren van
twee metingen, en daarvan de resultaten te vergelijken. Het instrument zal sommige storingsbronnen detecteren en
de gebruiker waarschuwen, terwijl andere apparaten een verkeerde aflezing geven. Elke lekstroom ten gevolge van
andere op het net aangesloten apparaten kan de aflezing beïnvloeden. Bij een fase-aarde lusmeting, kan dit lekken
worden veroorzaakt door bijvoorbeeld filtercondensatoren, enz.
De meetresultaten kunnen nadelig worden beïnvloed door fluctuaties in de voedingsspanning of elektrische
'storingen' tijdens de meting. Het wordt aanbevolen de metingen te herhalen, en de resultaten na te gaan indien de
meetresultaten worden gezien als abnormaal.
6.13.4 De fouten kunnen worden beperkt door:-
het gebruik van 2-meetsnoeren met probes en het maken van een stevige verbinding met schone geleidersn.
het uitvoeren van verschillende metingen, en het bepalen van het gemiddelde.
Zorg ervoor dat de potentiële storingsbronnen in de installatie uitgesloten zijn (uitgeschakeld), bijv.
automatisch geschakelde belastingen of motorsturingen.Zorg ervoor dat het instrument tevens gekalibreerd is.
18
LRCD200-serie
www.megger.com