7
Zet het zijpaneel weer op zijn plaats.
8
Sluit het ene uiteinde van de Ethernetkabel aan op de netwerkpoort van de printer.
9
Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de stroomschakelaar aan.
10
Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom die met de printer werd geleverd voor nadere
informatie over het gebruik van de netwerkkaart.
Afbeelding 4-7
TOEBEHOREN 4 - 5