50
Het beeld instellen: Belichting, scherpstelling en kleur
Snel bewegende onderwerpen
Opnamen via vuile of natte
ramen
Nachtopnamen
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
1
Stel de zoom in.
FOCUS
2
Druk op (
)
"MF" verschijnt.
3
Stel met (
) scherp totdat het beeld
scherp is.
U keert terug naar automatische
scherpstelling door nogmaals op (
FOCUS
te drukken.
OPMERKINGEN
De camcorder keert automatisch terug
naar automatische scherpstelling als u de
programmakeuzeschakelaar op
Stel opnieuw scherp als u de camcorder
na uitschakeling weer inschakelt.
Oneindige scherpstelling
Gebruik deze functie als u wilt scherp stellen
op verafgelegen onderwerpen zoals bergen
of vuurwerk.
Programmakeuzeschakelaar:
(
11)
.
)
zet.
(
11)
1
Stel de zoom in.
FOCUS
2
Houd (
)
seconden ingedrukt.
• Op het scherm verschijnt
• U keert terug naar automatische
scherpstelling door nogmaals op (
FOCUS
te drukken.
OPMERKINGEN
Als u tijdens oneindige scherpstelling de
zoom of meerkeuzeschakelaar (
bedient, verandert
camcorder terug naar handmatige
scherpstelling.
Witbalans
U kunt voor een optimale instelling een van
de voorkeuze-instellingen gebruiken of
handmatig een witbalans instellen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
Opties
[
AUTO]
Instellingen worden automatisch verricht door
de camcorder. Gebruik deze instelling voor
scènes buitenshuis.
[
DAYLIGHT]
Voor het maken van buitenshuisopnamen op
een heldere dag.
[
SHADE]
Voor het maken van opnamen op
beschaduwde plaatsen.
[
CLOUDY]
Voor het maken van opnamen op een
bewolkte dag.
[
TUNGSTEN]
Voor het maken van opnamen onder
wolfraamverlichting en TL-buizen van het
wolfraamtype (drie golflengten).
langer dan 2
.
)
)
in "MF" en keert de
(
11)
Standaardinstelling