Inhoudsopgave
Advertenties
Vullen van de pomp (verdrijven van de lucht)
1.
Zet de elektrostatische schakelaar (ES ON-OFF) van
het pistool in de uit-stand (OFF).
2.
Haal de tipbeschermer en de spuittip van het pistool
(106). Zie hiervoor de handleiding van het pistool.
3.
Zie Afb. 5. Sluit het luchtfilter/reduceerventiel (J) van het
pistool, het luchtreduceerventiel (G) van de pomp, en de
zelfontlastende luchtkranen (B, E).
4.
Sluit de vloeistofaftapkraan (F).
5.
Sluit de luchtleiding (A) aan op de luchtinlaatwartel (K).
6.
Controleer of alle fittingen overal in het systeem goed
aangedraaid zijn.
7.
Plaats het vat (L) dicht bij de pomp. De zuigbuis (30) is
1,8 m lang. Trek de slang niet helemaal strak, maar laat
haar hangen zoals in Afb. 5, daardoor stroomt de vloeistof
beter door naar de pomp.
8.
Plaats de zuigbuis (33) in het vat. Schroef bij de koolstof-
stalen uitvoeringen de vataansluiting (34) in het spongat
van het vat. De zuigbuis moet met de onderkant onge-
veer 13 mm van de bodem van het vat blijven. Draai de
stelschroef vast.
9.
Richt het pistool (106) in een geaard metalen vat en
houd de pistooltrekker aangetrokken.
10. Open de zelfontlastende luchtkranen (B, E) en het lucht-
filter/reduceerventiel (J) van het pistool. Open geleidelijk
het reduceerventiel (G) van de pomp, totdat de pomp
begint te werken.
11. Laat de pomp langzaam werken totdat alle lucht uit de
pomp en de vloeistofleidingen verdreven is.
12 308758
Bediening
12. Laat de trekker van het pistool los, en blokkeer die
met de veiligheidspal. De pomp moet stilvallen door
de tegendruk nu de trekker is losgelaten.
13. Als het vullen van de pomp niet goed gelukt is, open
dan de aftapkraan (F). Houd de aftapkraan open tot
er vloeistof in plaats van lucht uitkomt, en sluit dan de
kraan.
OPMERKING: Ook bij het wisselen van het vloeistofvoor-
Aanbrengen van de spuittip
Steeds wanneer u de druk moet ontlasten moet u altijd
de Drukontlastingsprocedure beschreven op blz. 10
volgen, om zo het risico van ernstig letsel te verminderen.
Ontlast de druk. Installeer de spuittip en de tipbeschermer
zoals beschreven in de bij het pistool geleverde handleiding.
Pas op dat de elektroden niet verbuigen.
De hoeveelheid gespoten vloeistof en de patroonbreedte
hangt af van de tipgrootte, de viscositeit van de vloeistof,
en de vloeistofdruk. Gebruik het schema Selectie van
spuittips in de handleiding van uw pistool om de geschikte
spuittip voor uw toepassing te kiezen.
raadvat terwijl slang en pistool al gevuld
waren, kan het openen van de aftapkraan
(F) helpen om de pomp weer te vullen en
eventuele lucht te laten ontsnappen voordat
het de slang naar het pistool in gaat. Sluit
de aftapkraan weer zodra alle lucht is
verdreven.
WAARSCHUWING
Advertenties
Inhoudsopgave
