10
Appendices
Appendix G: Veiligheidsinformatie
Appendix G: Veiligheidsinformatie
Bescherming tegen biologische
gevaren
In deze appendix worden de
officiële richtlijnen over hoe u dient
om te gaan met biologische
gevaren in een laboratorium kort
uiteengezet. Dit overzicht is
gebaseerd op de door het Centers
for Disease Control, het Clinical
and Laboratory Standards Institute
en de Occupational Safety and
Health Administration ontwikkelde
richtlijnen.
Gebruik dit overzicht alleen voor
algemene informatie. Het overzicht
is niet bedoeld ter vervanging van
de in uw laboratorium of ziekenhuis
geldende procedures ter
voorkoming van biologische
gevaren.
Bij een biologisch gevaar is per
definitie al infectieuze agentia
betrokken die biologisch van aard
zijn, zoals het hepatitis B-virus, het
HIV-virus en de
tuberculosebacterie. Deze
infectieuze agentia kunnen
aanwezig in menselijk bloed en
menselijke bloedproducten of een
andere lichaamsvloeistof.
10-20
Besmetting tijdens het werken met
deze potentieel infectueuze
agentia vindt vooral op de
volgende wijzen plaats:
via naalden
via hand-op-mond contact
via hand-op-oog contact
via direct contact met
oppervlakkige snijwonden,
open wonden en overige
huidcondities waardoor
absorptie in de subcutane
huidlagen mogelijk is
via spetters of aërosol die
in contact komen met huid
en ogen
Om onvoorziene besmetting in een
klinisch laboratorium te voorkomen,
dient u zich aan de volgende
procedures te houden:
Draag handschoenen als u
onderdelen van het
systeem een servicebeurt
geeft die in contact komen
met lichaamsvloeistoffen
zoals serum, plasma, urine
of volbloed.