www.heuslandbouw.nl
Teken D08:
Geeft aan dat er een smeerpunt in de buurt is.
Plaatsing: In de buurt van alle smeerpunten.
Teken D09:
Toont het gevaar bij het neerlaten van de kuip en de klep achteraan bij sluiting.
Plaatsing nr.1: Voorste positie;
nr.1: Achterste positie.
Teken D10:
Geeft aan wat er geschreven staat, aangezien door de geringe zichtbaarheid naar achteren, of
door de golvingen in het terrein, zich gevaarlijke of oncontroleerbare situaties kunnen
voordoen.
Plaatsing nr.2: Op de zijkant.
7 BEVEILIGINGEN
De beveiligingen op het voertuig zijn de volgende:
A) Vaste beveiliging op de voorkant van het voertuig voor de behuizing van de cardanas, welke
als functie heeft de toegangsruimte tot de roterende organen af te schermen, ter
bevordering van de veiligheid.
B) Parachuteklep geplaatst vóór de hefcilinder, welke als functie heeft, in het geval van een
scheur in de olieleidingen, om het neerlaten van de kuip te regelen zonder de structuur te
beschadigen wanneer het verlies meer dan 90 l/min is, en de kuip te blokkeren wanneer de
scheur een verlies veroorzaakt van meer dan 90 l/min; (Zie hydraulische schema's RMI-01 en
RMI-01A)
C) Kleprand wordt op aanvraag op de uitrusting geplaatst, om te voorkomen dat er objecten uit
het voertuig vallen wanneer het in werking is;
D) Dubbel gestuurde terugslagkleppen op de cilinders om de klep achteraan te openen
(wanneer het voertuig hiermee uitgerust is), welke voorkomen dat de klep open gaat, en
wanneer deze open is, dat de klep ongewild sluit.
E) Akoestisch signaal dat de hefbeweging en de opening van de achterklep aangeeft,
onafhankelijk van de prioriteit waarmee beide handelingen worden uitgevoerd.
F) Beschermhuls van pvc voor alle flexibele, hydraulische leidingen die langs de buitenkant van
het chassis zitten: dit om het risico te verminderen op spatten van vloeistoffen onder druk
bij scheuren;
G) Er is een ventiel geplaatst (zie Fig. RMI-02D en RMI-02E Pos. 4) dat toevallige opening van de
hydraulische achterklep voorkomt: wanneer de kuip neergelaten is, kan de hydraulische
achterklep niet in werking treden. Dit ventiel wordt niet toegepast op mechanische kleppen.
14
Vaia s.n.c.