Bedieningsinstructies
Uw eigen geluid produceren
16
Dit product produceert geluid of het nu wel of niet juist is ingesteld. Als u echter een paar
minuten de tijd neemt om een eenvoudige opstartprocedure te volgen, kunt u het geluid
optimaliseren voor een superieure presentatie gebaseerd op uw manier van uitvoeren en
uw voorkeuren.
Tenzij u grote wijzigingen maakt in de manier waarop u musiceert, hoeft u dit normaal maar
een keer te doen.
1. Zet alle regelaars voor Trim en Level op het PS1-statief op nul (0).
2. Zet de regelaar voor MASTER en alle regelaars voor LEVEL op de R1-
afstandsbediening op nul (0).
3. Zet de Power-schakelaar Aan.
WAARSCHUWING: De piekstroom voor het systeem is ongeveer 16 ampère. Als er meer dan
één systeem op hetzelfde wisselstroomcircuit is aangesloten, dient u de momenten waarop u de
systemen aanzet te alterneren. Dit kan voorkomen dat de stroomonderbreker doorslaat of de
hoofdzekering van het gebouw.
4. Steek uw microfoon of instrument in het contact Channel 1 of 2 Input. Als er
fantoomstroom vereist is voor uw microfoon (condenser of electret/condensertype) drukt
u de knop Phantom in.
Opmerking: U kunt een voorinstelling gebruiken om de toon van veel algemeen gebruikte
microfoons en muziekinstrumenten te verbeteren. Zie de lijst met voorinstellingen op het deurtje
van het achterpaneel voor een lijst van ondersteunde instrumenten.
5. Zing of speel zo luid als u dit normaal tijdens een uitvoering zou doen en volg
stappen 6 en 7.
6. Stel de regelaar voor Trim af zodat de indicator Signal/OL aangaat en groen wordt en af
en toe rood oplicht. Zorg dat uw instrument op de hoogste volumestand staat die u van
plan bent te gebruiken. Zangers dienen zo hard te zingen als ze dit tijdens een uitvoering
zouden doen om het maximale verwachte ingangssignaal te bereiken.
7. Stel de regelaar voor LEVEL af op de R1-afstandsbediening zodat de indicator SIG/OL
aangaat en groen wordt en af en toe rood oplicht.
Dat is alles. U bent klaar. Als u naar uw concert of show gaat:
• Gebruik de regelaars CH 1 en 2 LEVEL op de R1-afstandsbediening om het volumeniveau
voor Channel 1 en 2 af te stellen.
• Gebruik de regelaar MASTER op de R1-afstandsbediening om het volumeniveau af te
stellen van alle uitgangen.
• Gebruik de gelijkstellingsregelaars HIGH, MID en LOW op de R1-afstandsbediening om
het timbre van uw geluid af te stellen.
Houd de R1-afstandsbediening aanvankelijk onder handbereik. Op die manier kunt u het
volumeniveau gemakkelijk afstellen als u begint te spelen. Later kunt u het meer uit de weg
of achter op het toneel plaatsen als het systeem eenmaal werkt zoals u dit wilt.
Opmerking: Voor meer informatie over voorinstellingen en het versterken van het echte geluid
van uw instrument(en), gaat u naar www.muzikanten.bose.nl.
Ingangskanalen 3 en 4 gebruiken
De ingangen voor Channel 3 en 4 zijn geoptimaliseerd voor 0 dB lijnniveausignalen, zoals de
signalen van een effects processor, mixer of cd-speler. Sluit de apparatuur aan op het PS1-
statief en verhoog het uitgangsniveau met de regelaar Channel 3 en 4 Level op het
achterpaneel van het PS1-statief.