Gebruikershandleiding
❏ Controleer of het stopcontact goed werkt en niet met een muurschakelaar of tijdklok wordt geregeld.
Het configuratiescherm of de lampjes lichten op
❏ Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten.
❏ Als u de USB-interface gebruikt, neem dan een kabel die voldoet aan de specificaties voor USB of Hi-Speed USB.
❏ Als u de printer op uw computer aansluit via een USB-hub, sluit u de printer aan op de hoofdhub van uw
computer. Als de printerdriver dan nog steeds niet herkend wordt door de computer, sluit u de printer
rechtstreeks aan op de computer zonder de USB-hub.
❏ Controleer of de USB-hub wordt herkend door de computer als u de printer aansluit via een USB-hub.
❏ Als u een grote afbeelding probeert af te drukken, beschikt uw computer wellicht over onvoldoende geheugen.
Verlaag de resolutie van de afbeelding of druk de afbeelding af op een kleiner formaat. Misschien moet u extra
geheugen installeren in de computer.
❏ Gebruikers van Windows kunnen eventuele onderbroken afdruktaken verwijderen uit de Windows Spooler
(Windows-spooler).
"Afdrukken annuleren" op pagina 36
&
❏ Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
"De software verwijderen" op pagina 80
&
Er wordt een inktfout aangegeven nadat u de cartridge hebt
vervangen
A
Open het deksel van de printer.
B
Controleer of de cartridgehouder zich in de positie voor het vervangen van cartridges bevindt.
Opmerking:
Als de cartridgehouder zich helemaal rechts bevindt, selecteert u het menu zoals hieronder aangegeven.
Menu > Onderhoud > Vervangen inktpatronen
Probleemoplossing voor afdrukken
103