SC-F9300 Series Gebruikershandleiding
Als er geen onderdelen meer hoeven te worden
gereinigd, gaat u verder naar het volgende gedeelte.
"De reiniging afronden" op pagina 69
U
De reiniging afronden
Als het schoonmaken is voltooid, sluit u de
rechteronderhoudskap en drukt u op de knop Z.
De menu's worden gesloten wanneer de printkop
terugkeert naar zijn normale positie.
Voer de Spuikanaaltjescontrole uit wanneer u
doorlopend afdrukken maakt.
"Controlepatroon spuitkanaaltjes afdrukken" op
U
pagina 86
Afvoeren van gebruikte inktreiniger, cleaning sticks
(reinigingsstaafjes) en Clean Room Wipers (Pluisvrije
doeken) U
"Verwerking van gebruikte
verbruiksartikelen" op pagina 85
Inkt bijvullen
Periode voor het bijvullen van
inkt
Voer onmiddellijk de volgende twee taken uit
wanneer het bericht Inktniveau controleren op het
bedieningspaneel wordt weergegeven.
Onderhoud
❏ Bereid een inktpak voor de desbetreffende kleur
voor.
❏ Controleer het inktniveau. Als het inktniveau tot
de onderkant van de inkttank meer dan 70 mm
bedraagt, vervangt u de chipeenheid en vult u de
inkt bij.
Er kan niet worden afgedrukt, ook niet wanneer
slechts voor één kleur Opgebruikt of Inkttank
Bijvullen wordt weergegeven. Als de melding
Inktniveau controleren wordt weergegeven tijdens
een afdruktaak, kunt u de chipeenheid vervangen en
de inkt bijvullen terwijl het afdrukken doorgaat.
Inktverpakkingen die compatibel zijn met deze
printer U
"Opties en verbruiksartikelen" op
pagina 123
c
Belangrijk:
Deze printer heeft een waarschuwingssysteem
voor de resterende hoeveelheid inkt. Informatie
over de beschikbare hoeveelheid inkt in een
inktpak is opgeslagen in de chipeenheid die bij een
nieuw inktpak wordt geleverd. Deze informatie
wordt naar de printer geschreven wanneer de
chipeenheid op de printer wordt geplaatst.
Het waarschuwingssysteem voor resterende inkt
maakt een inschatting van de resterende inkt op
basis van de gebruiksomstandigheden en de
informatie die naar de printer is geschreven over
de beschikbare hoeveelheid inkt in één pak.
Vervolgens wordt er een bericht weergegeven.
Om de nauwkeurigheid van het systeem te
waarborgen, moet u zo snel mogelijk de
chipeenheid vervangen en de inkttank vullen als
de hoeveelheid resterende inkt minder dan 70 mm
tot de onderkant van de inkttank bedraagt.
Het schrijven van de informatie over de beschikbare
hoeveelheid inkt in een inktpak wanneer de
chipeenheid wordt geïnstalleerd, heet 'laden'.
Na het laden is de chipeenheid die op de printer was
geplaatst niet meer nodig. Als u deze vervangt door de
chipeenheid die aan een nieuw inktpak is bevestigt,
wordt het laden indien nodig automatisch uitgevoerd.
Het plaatsen van een nieuwe chipeenheid op de
printer voor automatisch laden, heet "reserveren".
69