SC-T7200 Series/SC-T5200 Series/SC-T3200 Series/SC-T7200D Series/SC-T5200D Series Gebruikershandleiding
Onderhoud
De printkop afstellen
Het kan nodig zijn de printkop af te stellen als er witte
lijnen ontstaan in de afdrukken of als u merkt dat de
afdrukkwaliteit achteruit gaat. U kunt de volgende
functies voor printeronderhoud uitvoeren om de
printkop permanent in een goede conditie te houden en
zo verzekerd te zijn van de beste afdrukkwaliteit.
Zorg voor correct onderhoud afhankelijk van de
afdrukresultaten en de situatie.
Controleren of er verstopte spuitkanaaltjes zijn
Voer een spuitmondcontrole uit om op verstoppingen
te controleren als de printer gedurende een langere
periode niet is gebruikt of voorafgaand aan belangrijke
afdruktaken. Bekijk het afgedrukte patroon en reiniging
de printkop als u vage of ontbrekende gebieden
waarneemt.
Printkop reinigen
Reinig de printkop als u vage of ontbrekende gebieden
aantreft in afgedrukte documenten. Op deze manier
reinigt u de printkop en verbetert u de afdrukkwaliteit.
Kies normaal of krachtig reinigen volgens het gewenste
niveau van reiniging.
"Printkop reinigen" op pagina 192
U
Normaal reinigen wordt in de meeste gevallen
aanbevolen. Gebruik krachtig reinigen als de
spuitmonden nog steeds verstopt zijn nadat normaal
reinigen meerdere malen is uitgevoerd.
De printkoppositie aanpassen (Printkop uitlijnen)
Voer Printkop Uitlijnen uit als lijnen verkeerd zijn
uitgelijnd of het afdrukresultaat korrelig is. De functie
Printkop Uitlijnen corrigeert onjuiste uitlijningen in de
afdruk.
"Onjuiste uitlijningen bij het afdrukken
U
minimaliseren (Printkop Uitlijnen)" op pagina 194
Controleren of er verstopte
spuitkanaaltjes zijn
U kunt een spuitkanaaltjescontrole uitvoeren vanaf een
computer of met het bedieningspaneel van de printer.
Onderhoud
Vanaf de computer
Voor de uitleg in dit gedeelte wordt de
Windows-printerdriver gebruikt als voorbeeld.
Gebruik Epson Printer Utility 4 voor Mac OS X.
"Functies Epson Printer Utility 4" op pagina 142
U
A
Zorg ervoor dat er rolpapier of een vel papier van
A4-formaat of groter in de printer is geladen.
Zorg ervoor dat u de papierbron en het
afdrukmateriaal goed instelt voor het papier dat
u gebruikt.
B
Klik op Nozzle Check (Spuitkanaaltjes
controleren) in het tabblad Utility
(Hulpprogramma's) in het venster Properties
(Eigenschappen) van de printerdriver (of
Printing preferences (Voorkeursinstellingen
voor afdrukken)).
C
Klik op Print (Afdrukken).
Het spuitkanaaltjespatroon wordt afgedrukt.
D
Controleer het spuitkanaaltjespatroon.
Als er geen probleem is: klik op Finish
(Voltooien).
Als er een probleem is: klik op Clean
(Reinigen).
Wacht bij het afdrukken van een
spuitkanaaltjespatroon tot het afdrukken van het
patroon volledig is voltooid voordat u gaat
afdrukken of de printkop gaat reinigen.
191