8 De frequentieomvormer programmeren
22-21 Detectie laag verm.
Option:
[0] *
Uitgesch.
[1]
Ingesch.
22-22 Detectie lage snelh.
Option:
[0] *
Uitgesch.
[1]
Ingesch.
22-23 Functie geen flow
Option:
[0] *
Uit
[1]
Slaapstand
[2]
Waarsch.
[3]
Alarm
8
22-24 Vertr. geen flow
Range:
10 s*
[1 - 600 s]
22-26 Drogepompfunctie
Option:
[0] *
Uit
[1]
Waarsch.
[2]
Alarm
22-27 Drogepompvertr.
Range:
10 s*
[0 - 600 s]
22-30 Verm. geen flow
Range:
0.00 kW*
[0.00 - 0.00 kW]
104
Functie:
Wanneer deze parameter is ingesteld op Ingesch. moet de functie Detectie laag verm. worden in-
geschakeld om de parameters in groep 22-3* voor een juiste werking in te stellen!
Functie:
Ingesch
Selecteer
. om te detecteren wanneer de motor werkt op de snelheid die is ingesteld in Par.
Motorsnelh. lage begr. [RPM]
4-11
of Par. 4-12
Functie:
Standaardacties voor Detectie laag verm. en Detectie lage snelh. (individuele selectie niet mogelijk).
de frequentieomvormer schakelt uit en de motor stopt totdat een reset plaatsvindt.
Functie:
Stel in hoe lang Laag verm/Lage snelh. gedetecteerd moet blijven voordat het signaal voor acties
wordt ingeschakeld. Als detectie stopt voordat de ingestelde tijd is verstreken, wordt de timer ge-
reset.
Functie:
Detectie laag verm.
moet zijn ingeschakeld (Par.22-21
Verm.aanp. geen flow
(via 22-3*
of Par.22-20
kunnen gebruiken.
de frequentieomvormer schakelt uit en de motor stopt totdat een reset plaatsvindt.
Functie:
Bepaalt hoe lang de drogepompconditie actief moet zijn voordat een waarschuwing of alarm wordt
gegenereerd.
Functie:
Uitlezing van het berekende vermogen bij geen flow bij de actuele snelheid. Als het vermogen onder
de displaywaarde zakt, zal de frequentieomvormer deze conditie beschouwen als een situatie zonder
flow.
®
MG.20.M5.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Bedieningshandleiding
Motorsnelh. lage begr. [Hz]
.
Detectie laag verm.
) en in bedrijf zijn gesteld
Laag verm. autosetup
) om de drogepompdetectie te
®
VLT
AQUA Drive