pas de laswaarden aan in cc-modus:
In de CC-modus, toont het display het open stroomkringvoltage en een referentiewaarde voor de
lasstroom. De referentiewaarde is een vooraf ingestelde waarde die bepaald is bij gebruikmaking
van 1.2 mm fluxkerndraad.
Voordat u begint te lassen, met bedieningsknop (5) de lasstroom instellen zodat deze overeenkomt
met de lasstroom van de voedingsbron.
Bij lassen in de CC-modus, moet de lasdynamiekinstelling van de stroombron op de
LET OP!
maximale waarde ingesteld worden. De instructies voor deze instelling vindt u in de documentatie
van de stroombron.
pas de laswaarden aan in cv-modus:
In de CV-modus geeft het display het lasvoltage weer en de draadaanvoersnelheid (= wire feed
speed, of WFS). Het afstelbereik van de draadaanvoersnelheid is afhankelijk van de maat van de
draadaanvoerrol. Met de kleine aandrijfrol kan de WFS 0–18 m/min zijn, en met de grote aandrijfrol
0–25 m/min.
doe het volgende om de laswaarden in cv-modus in te stellen:
1.
Schat de passende laswaarden voor de uit te voeren taak.
2.
Indien mogelijk, de voedingsbron instellen op de juiste waarden voor lasvoltage en -stroom.
3.
Gebruik de bedieningsknop van de Kemppi ArcFeed om de gewenste WFS-stand van de
aanvoerunit in te stellen. De waarde wordt op het display afgebeeld.
4.1.3 kies de laspistool functiemodus
Met schakelaar (2) kunt u het MIG-laspistool omschakelen op tweetakt (2T) of op viertakt (4T)
modus.
Gebruik van het laspistool in 2t functiemodus:
1.
Houd de pistooltrekker ingedrukt om met het lassen te beginnen.
2.
Laat de trekker los om te stoppen met lassen.
NL
11