2.2 Bedieningspaneel
1 Knoppen bereidingszones van de
kookplaat
Nuttig voor het bedienen van de
bereidingszones van de inductieplaat.
Druk de knoppen in en draai ze rechtsom
om het werkingsvermogen van de plaat te
regelen, van minimaal 1 tot maximaal 9.
Het werkingsvermogen wordt aangeduid
op het display dat op de kookplaat is
gepositioneerd.
2 Klok programmeereenheid
Handig voor de weergave van het actuele
tijdstip, de geprogrammeerde bereidingen
en voor de instelling van de kookwekker.
3 Knop variabele grill hulpoven
Zorgt voor de inschakeling van het licht in
de oven, of stelt het grillelement in op een
temperatuur - bij benadering - tussen een
minimum van 50 °C en een maximum van
245 °C.
4 Controlelamp variabele grill hulpoven
Licht op om te melden dat de hulpoven zich
in de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
212
Beschrijving
5 Temperatuurknop multifunctionele
oven
Met deze knop kunt u de temperatuur
instellen voor de bereidingen en de functie
Vapor Clean.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
waarde tussen het minimum en het
maximum.
6 Controlelamp multifunctionele oven
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
ovenruimte constant wordt gehouden.
7 Functieknop multifunctionele oven
De verschillende functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Nadat u de gewenste
functie heeft geselecteerd, moet u de
kooktemperatuur instellen met de
temperatuurknop.