ACTIEVE NOODSTOP
Werkzaamheden
Detectie van auto's
Tijdens het rijden zal het systeem in geval
van een botsing met het voorliggende voer-
tuig:
– waarschuwen voor botsingsgevaar:
bij een voertuigsnelheid tussen ongeveer
7 km/u en 170 km/u verschijnt het bericht
"Remmen" in het rood op het instrumen-
tenpaneel 3 en klinkt er een geluidssig-
naal.
Als de bestuurder het rempedaal indrukt
en het systeem nog altijd een risico op
een botsing detecteert, wordt sterker af-
geremd.
– de remmen kunnen worden geacti-
veerd:
als de rijsnelheid lager is dan circa
120 km/u en de bestuurder niet reageert
op de waarschuwing terwijl er een bot-
sing dreigt.
2.70
(2/8)
3
Als de auto stopt als gevolg van de actieve
noodstop moet de bestuurder de auto stil-
zetten door het rempedaal in te drukken.
Let op: als de bestuurder gebruikmaakt van
bedieningselementen van de auto (stuur-
wiel, pedalen enz.) kan het systeem som-
mige operaties vertragen of niet activeren.
Speciale waarschuwingsfuncties
Afhankelijk van de snelheid kunnen de
waarschuwing en het remmen gelijktijdig ge-
activeerd worden.
Speciale functies van stilstaande auto´s
Stilstaande auto´s worden gedetecteerd
als uw auto met een snelheid van onge-
veer tussen de 7 km/u en 80 km/u rijdt. Het
systeem is niet ingeschakeld en geeft geen
waarschuwing af als u harder dan ongeveer
80 km/u rijdt.
In geval van noodmanoeuvre kunt u op
elk moment stoppen met remmen door:
– door het gaspedaal kort in te drukken;
of
– aan het stuur te draaien als uitwijk-
manoeuvre bij een botsing.