Vergrendelscherm configureren
●
wordt ontgrendeld.
-
Uit
: de schermvergrendeling uitschakelen.
-
Niet veilig
gebruikt zonder PIN-code, wachtwoord of patroon.
-
Patroon
: een ontgrendelingspatroon instellen om het scherm
te ontgrendelen.
-
Geef PIN-code in
scherm te ontgrendelen.
-
Wachtwoord
het scherm te ontgrendelen.
Gegevens eigenaar
●
het scherm in de stand voor schermvergrendeling.
Apparaat coderen
●
het apparaat te coderen om gegevens en informatie op het
apparaat te beschermen. Zodra het apparaat is gecodeerd,
moet u het wachtwoord elke keer ingeven dat u het apparaat
inschakelt. U moet eerst de batterij opladen omdat het meer dan
een uur kan duren om het apparaat te coderen.
Externe besturingselementen
●
apparaat kan worden bediend via internet.
Wachtwoorden zichtbaar
●
ingeven gewoon wordt weergegeven.
Apparaatbeheerders
●
weergeven die op uw apparaat zijn geïnstalleerd. U kunt
apparaatbeheerprogramma's activeren om een nieuw beleid op
uw apparaat toe te passen.
Veilige aanmeldingsgegevens gebruiken
●
referenties gebruiken om verzekerd te zijn van een veilig gebruik
van diverse applicaties.
Installeer uit USB-opslag
●
die op de USB-opslag zijn opgeslagen.
Wachtwoord instellen
●
referenties instellen en bevestigen.
Opslag wissen
●
verwijderen en het wachtwoord resetten.
: instellen dat de schermvergrendeling wordt
: een PIN-code (numeriek) instellen om het
: een wachtwoord (alfanumeriek) instellen om
: de tekst bewerken die u wilt weergeven in
: een PIN-code of wachtwoord instellen om
: de apparaatbeheerprogramma's
: gecodeerde certificaten installeren
: een wachtwoord voor toegang tot
: de referentiegegevens van het apparaat
: instellen hoe het scherm
: instellen dat een verloren
: instellen dat het wachtwoord bij het
Instellingen
99
: certificaten en