Een composietvideo-apparaat aansluiten
Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar
zijn:
•
Zo ja, ga door met deze procedure.
•
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Een composietvideo-apparaat aansluiten:
1.
Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composietvideo-uitgang van het
videoapparaat.
2.
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
3.
Wilt u tijdens de presentatie ook gebruikmaken van de luidspreker van de projector
(gemengd monogeluid), sluit dan een geschikte audiokabel aan tussen de audio-
uitgangen van het videoapparaat en de AUDIO IN-aansluiting van de projector.
4.
U kunt zo nodig een tweede audiokabel aansluiten tussen de AUDIO OUT-aansluiting
van de projector en uw externe luidsprekers (niet meegeleverd).
Het audiosignaal is een gemengd monosignaal. Wanneer het audiosysteem is
aangesloten, kan dit met de afstandsbediening worden bediend via MUTE (Geluid uit)
of via de schermmenu's (OSD) van de projector. Zie
53
voor meer informatie.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
AV-apparaat
•
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron
hebt aangesloten. Zie
•
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het
videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de
juiste manier zijn aangesloten.
•
Alleen als er geen componentvideo- en S-Video-ingangen beschikbaar zijn, gebruikt u
een composietvideo-aansluiting. Zie
meer informatie.
Videokabel
"Audioapparaten aansluiten" op pagina 27
"Videoapparaten aansluiten" op pagina 26
"Geluidsinstellingen" op pagina
Audiokabels
voor meer informatie.
Aansluiting
voor
31