dormakaba
Gebruikershandleiding
3.4 Impulsgever
Op het apparaat kunnen de impulsgevers ‚binnen', ‚buiten',
‚nacht/bank' en een intercominstallatie zijn aangesloten. De
impulsgever binnen bevindt zich in de regel aan de binnenzijde
van een gebouw of ruimte. De impulsgever ‚buiten' is te vinden
aan de buitenzijde van het gebouw of de ruimte. De impulsgever
‚nacht/bank' is buiten gemonteerd en vaak uitgevoerd als
kaartlezer of sleutelschakelaar.
3.5 Handmatige afsluiting
Als de deur handmatig wordt afgesloten, moet de aandrijving in
de functie UIT worden gezet om beschadiging van de installatie
te voorkomen.
Als er een slotschakelaar is geïnstalleerd, wordt de
aandrijfwerking automatisch uitgeschakeld.
dormakaba adviseert het gebruik van een slotschakelaar.
3.6 Low-energy-/full-energy-mode
De aandrijvingen ED 100 en ED 250 kunnen gebruikt worden in
low-energy- en in full-energy-mode.
Low-energy-mode
De lage bewegingssnelheid van de deur beperkt in verregaande
mate het gevaar dat ontstaat door de automatische bewegingen.
De deur opent zeer langzaam en is daardoor bijzonder veilig.
Full-energy-mode
De hoge bewegingssnelheid maakt het nodig om het draaibereik
van de deur met sensoren te beveiligen.
Op de deurvleugel bevestigde veiligheidssensoren controleren het
draaibereik, waardoor in verregaande mate voorkomen wordt dat
personen door de deur worden geraakt.
3.7 Veiligheidssensoren
Als de veiligheidssensoren op de scharnierzijde tijdens de
openingsbeweging een hindernis registreren, stopt de deur.
Als de veiligheidssensoren op de scharnierzijde een hindernis
registreren terwijl de deur gesloten is, blijft de deur dicht.
Als de veiligheidssensoren op de niet-scharnierzijde tijdens de
sluitingsbeweging een hindernis registreren, keert de deur.
Als de veiligheidssensoren op de niet-scharnierzijde een
hindernis registreren terwijl de deur geopend is, blijft de
deur in de geopende positie staan.
Als het controlegebied weer vrij is, hervat de aandrijving zijn
gewone werking weer.
3.8 Aanduiding onderhoudsinterval
Als de interne programmaschakelaar met 4 posities wordt
gebruikt, staat er een aanduiding voor de onderhoudsinterval ter
beschikking. Een gele led informeert over noodzakelijk
onderhoud. De servicetellers kunnen worden ingesteld door
dormakaba service.
3.9 Gebruik in een openhoudsysteem
Bij gebruik van de aandrijving in een rook- en brandwerende
deur wordt deze in combinatie met rookmelders in het algemeen
ingezet in een openhoudsysteem. Daarbij wordt de deur door de
aandrijving permanent (CONTINU OPEN) of kortstondig
(AUTOMATISCH) open gehouden. In geval van brand moet de
deur echter sluiten, om uitbreiding van rook of vuur te
verhinderen. Daarom wordt de openingsautomatiek van de
aandrijving automatisch uitgeschakeld zodra een aangesloten
rookmelder rook heeft gesignaleerd. Dit wordt op de rookmelder
aangegeven door een rode led. De deur kan dan enkel nog
handmatig worden geopend. Het openhouden wordt ook
opgeheven als de voedingsspanning wordt onderbroken.
Handmatige opheffing van het openhoudsysteem
De geopende deur kan bij gevaar ook handmatig worden gesloten,
zowel door het drukken op de optionele rode knop met opschrift
‚Deur sluiten' als door het ca. 10-20 cm handmatig bewegen van
de deur in de sluitrichting.
4
ED 100, ED 250
Hernieuwde ingebruikname van de aandrijving
Voor het opnieuw activeren van de aandrijffunctie moet een
reset worden uitgevoerd. Conform de wettelijke vereisten moet
dit handmatig worden uitgevoerd. Het resetten kan gebeuren op
diverse wijzen.
Rest via de deurpositie
1.
Rookmelder resetten (led-weergave is groen).
2.
Deur volledig sluiten.
3.
Deur tot de ingestelde openingswijdte openen.
4.
Deur loslaten.
Reset via de programmaschakelaar
1.
Rookmelder resetten (led-weergave is groen).
2.
Programmaschakelaar in UIT en opnieuw terug zetten.
Rook- en brandwerende deuren vervullen een belangrijke rol
voor uw veiligheid. Dit werkt echter alleen, als de deuren bij
gevaar ook probleemloos sluiten. Gebruik daarom voor het
openhouden van de deur geen extra wiggen of voorwerpen,
die het sluiten zouden kunnen verhinderen.
3.10 Gebruik bij een obstakelvrij toilet
Toegang tot obstakelvrij toilet
Als de ledverlichting op het buiten gemonteerde statusdisplay
groen is, is het toilet vrij.
Door het drukken op de buiten gemonteerde knop, gebeurt het
volgende:
► De deur wordt automatisch geopend.
► Het toilet kan worden betreden.
► De deur sluit weer na afloop van de ingestelde openhoud-
tijd.
Door na het sluiten te drukken op de binnen gemonteerde knop
gebeurt het volgende:
► De knop buiten is gedeactiveerd.
► Het buiten gemonteerde statusdisplay brandt rood,
om ‚bezet' aan te geven.
► Het binnen gemonteerde display brandt rood, ter
bevestiging voor de gebruiker dat de deur is afgesloten.
Verlaten van het obstakelvrije toilet
Door het drukken op de binnen gemonteerde knop, gebeurt het
volgende:
► De deur opent automatisch en sluit na afloop van de
ingestelde openhoudtijd.
► Tegelijkertijd kan een automatische spoeling plaatsvinden.
► Als de deur weer gesloten is, verspringt het buiten
geplaatste statusdisplay op groen en dooft de
weergave aan de binnenzijde.
Noodopening van buiten
Voor noodsituaties is een noodschakelaar aangebracht, die er bij
activatie voor zorgt dat de vergrendeling ontgrendeld wordt en de
deur uitsluitend met de hand kan worden geopend.
De automatische aandrijffunctie wordt uitgeschakeld.
Als alternatief kan de noodopening van buitenaf ook plaatsvinden
met een sleutel. In beide gevallen verandert de buitenste status-
display van rood naar groen en de lichtweergave binnen dooft.
WN 059815 45532
Productbeschrijving
2019-06