Gebruik
oppervlaktetemperatuur
Ontstekingstemperatuur De maximale oppervlaktetemperatuur van het apparaat moet steeds lager
Temperatuurklasse De maximale oppervlaktetemperatuur wordt bepaald door de constructie
10
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, nederlands, KNF 323252 11/22
2.4.4 Temperatuurklassen
Maximale
De maximale oppervlaktetemperatuur is de hoogste temperatuur die een
oppervlak van het systeem onder de meest ongunstige omstandigheden
bereikt.
zijn dan de laagste ontstekingstemperatuur van het gas- of damp-lucht-
mengsel waarin het wordt gebruikt.
van het systeem en wordt als temperatuurklasse aangegeven.
Temperatuur-
klasse
T1
T2
T3
T4
T5
T6
Tab.6
De temperatuurklasse van de pomp wordt bepaald met behulp van lucht.
Als er gasmengsels getransporteerd worden die voornamelijk bestaan uit
gassen met een grotere isentropische exponent dan die van lucht (helium,
argon, xenon, neon, krypton), kunnen er bij de compressie hogere gastem-
peraturen en daardoor ook hogere oppervlaktetemperaturen optreden. Dit
moet vóór het gebruik van de pomp in overweging genomen en indien no-
dig gecontroleerd worden. Bij het transport van dergelijke gasmengsels
wordt geadviseerd om de pomp met aangesloten waterkoeling te gebrui-
ken.
2.4.5 Soort ontstekingsbescherming
Markering
h
h
h
Tab.7
Voor de systemen is een beoordeling van het ontstekingsgevaar conform
de normen DIN EN ISO 80079-36 en DIN EN ISO 80079-37 uitgevoerd.
De beschermingsdoelen zijn door de toepassing van de soort ontstekings-
bescherming constructieve veiligheid "c" bereikt.
Max. oppervlaktetempera-
tuur [°C]
450
300
200
135
100
85
Omschrijving
Constructieve veiligheid "c"
Ontstekingsbronbewaking "b"
Vloeistofkapseling "k"
membraanpomp N87.9 EX
Ontstekingstempera-
tuur [°C]
> 450
> 300
> 200
> 135
> 100
> 85