Advertenties
Als u de printer deelt met andere netwerkgebruikers en "Canon Driver Information
Assist Service" in de afdrukserver hebt geselecteerd, kunt u de functie
[Apparaatstatus ophalen] gebruiken. Voor meer informatie over het installeren van
de "Canon Driver Information Assist Service", raadpleegt u de Printer Driver
Installation Guide.
Voor Macintosh
De printeropties worden ingesteld vanaf het blad [Installeerbare opties] in het
1
dialoogvenster [Printerinfo] (Mac OS X 10.4) of het blad [Stuurprogramma] in het
dialoogvenster [Afdrukken & Faxen] (Mac OS X 10.5 of hoger) in het
printerstuurprogramma.
■ Mac OS X 10.4.x:
Het blad [Installeerbare opties] wordt weergegeven met de volgende procedure:
Klik op [Afdrukken & Faxen] op [Systeemvoorkeuren]
printer
■ Mac OS X 10.5.x of hoger:
Het blad [Stuurprogramma] wordt weergegeven met de volgende procedure:
Klik op [Afdrukken & Faxen] op [Systeemvoorkeuren]
op [Opties & verbruiksmaterialen]
printerstuurprogramma van uw printer is geselecteerd voor [Afdrukken met gebruik
van]).
Voor meer informatie raadpleegt u Hoofdstuk 1, "De machine als printer
gebruiken," in de UFR II Printer Guide, of raadpleeg de Mac UFR II Printer Driver
Installation Guide.
OPMERKING
De bovenstaande schermafbeelding is van Mac OS X 10.4.
Voordat u de machine als een printer gaat gebruiken
1-26
klik op [Printer Setup]
➞
➞
selecteer [Installeerbare opties].
➞
klik op [Stuurprogramma] (Bevestig dat het
➞
[Afdrukken]
selecteer uw
➞
selecteer uw printer
➞
klik
➞
Advertenties
Hoofdstukken
