NL
Inst. verwarming
Instellingen voor verwarming.
>Installatiemenu
Inst. ventilator
Inst. verwarming
Inst. filterbewaking
Verschill. inst. verwarming
Unit met elektrische verwarming
Het temperatuurverschil tussen aansluiten
van elektrische verwarmingsstap.
Fabrieksinstelling van 1,0K en waarde
instelpunt van 20 °C resulteert in de volgende
functie: lage output-instelling schakelt in
bij +19,5 °C (schakelt uit bij +20,0 °C). Als
de temperatuur blijft dalen tot onder +18,5
°C, treedt een volgende output-instelling
in werking (schakelt uit bij +19,0 °C). Bij
3 output-stappen wordt de laatste stap
ingeschakeld bij +17,5 °C en uitgeschakeld bij
+19,0 °C.
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Versch. inst. verwarm.
Max. inst.verwarming
Kalibratie sensor
Fabrieksinstelling
Verschil instelpunt verwarming: 1.0K (0K –
10K)
Unit met waterverwarming
Als de kamertemperatuur 0,5 K onder
het instelpunt zakt, start de ventilator op
toerental 1 en gaat de klep open. Als de
kamertemperatuur verder daalt (d.w.z. dat
het temperatuurverschil toeneemt), zal het
toerental van de ventilator oplopen (Maximaal
toerental 4). Het temperatuurverschil
waardoor het ventilatortoerental één stap
wordt verhoogd, wordt ingesteld onder
Versch. inst. verwarm.
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Versch. inst. verwarm.
Kalibratie sensor
Grens regelbereik
Fabrieksinstelling
Verschil instelpunt verwarming: 0.5K (0K –
10K)
8
SIRe Competent Fan heaters
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Versch. inst. verwarm.
•
1.0 K
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Versch. inst. verwarm.
•
0.5 K
Max. inst.verwarming
Unit met elektrische verwarming
Mogelijkheid verwarming te begrenzen.
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Versch. inst. verwarm.
Max. inst.verwarming
Kalibratie sensor
Fabrieksinstelling
Max. instelling verwarming: 2 (SE06-15, 20)
3 (SE30)
Kalibratie sensor
Als de sensor de verkeerde waarden
weergeeft, kan deze worden gekalibreerd.
Het kan zijn dat er een aantal displayfouten
optreden, maar dat is dan voornamelijk het
gevolg van de locatie (koud/warm oppervlak,
enz.). Met de waarden + en - verhoogt of
verlaagt u de gemeten waarde (bijv. +2K
verhoogt de weergegeven waarde met 2
graden).
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Max. inst.verwarming
Kalibratie sensor
Grens regelbereik
Fabrieksinstelling
Sensor kamertemperatuur: 0,0K (-10K – 10K)
Grens regelbereik
De maximale kamertemperatuur die een
gebruiker kan instellen ligt tussen 5 – 35 °C.
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Max. inst.verwarming
Kalibratie sensor
Grens regelbereik
Fabrieksinstelling
Grens regelbereik temperatuur: 35°C (5 –
35°C)
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Max. inst.verwarming
•
3
>Installatiemenu>Inst.
verwarming>Kalibratie sensor
Sensor kamertemp.
Sensor buitentemp.
>Installatiemenu>Inst.
verwarming>Kalibratie sensor
Sensor kamertemp.
•
0.0 K
>Installatiemenu>Inst.
verwarming
Grens regelbereik
•
35°C