Inhoudsopgave
Advertenties
7
|
Elektrische installatie
7.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading
7.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten
Montagehandleiding
16
Transmissiebedrading
7‒1 DIII zwakstroom – Transmissiebedrading tussen elke unit behalve monitoringsysteem
Specificaties en limieten transmissiebedrading
Gebruik alleen geharmoniseerde draad met dubbele isolatie en geschikt voor de
Maximale kabellengte
Totale kabellengte
(a)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden valt, kunnen
communicatiestoringen ontstaan.
7‒2 RS-485 zwakstroom – Transmissiebedrading tussen monitoringsysteem en communicatiebox
Specificaties en limieten transmissiebedrading
Gebruik alleen geharmoniseerde draad met dubbele isolatie en geschikt voor de
Maximale kabellengte
(a)
Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden valt, kunnen
communicatiestoringen ontstaan.
7‒3 Aanhaalmoment voor elektrische voeding
Item
Klemmenstrook (X1M) (M4)
Aardingsklem (M5)
7‒4 Aanhaalmoment voor transmissiebedrading
Item
Klemmenstrook communicatiebox
(X3M) (M3,5)
Klemmenstrook buitenunit (X1M (A1P))
(M3,5)
OPMERKING
Wij raden aan massieve draden (met één ader) te gebruiken. Als er geslagen draden
worden gebruikt, draai de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de
aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde krimpklem. Meer
informatie vindt u in "Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading" in
de uitgebreide handleiding voor de installateur.
toepasselijke spanning.
2-aderige kabel.
0,75~1,25 mm².
toepasselijke spanning.
2-aderige kabel.
0,75~1,25 mm².
Aanhaalmoment (N•m)
Aanhaalmoment (N•m)
(a)
1000 m
≤2000 m
(a)
1200 m
1,18~1,44
3,02~4,08
0,79~0,97
0,80~0,96
BRR9B1V1
Communicatiebox
4P617761-1D – 2023.02
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
