TM Serie
Bedienings- en veiligheidsinstructies
3.3.3
MAANDELIJKSE VEILIGHEIDSCONTROLES
1)
Controleer het oliepeil van de motor (indien van toepassing).
2)
Controleer de wielmoeren (koppel 80ft lbs / 110Nm of 110ft lbs/150Nm - Wielaandrijving ).
3)
Controleer de conditie, veiligheid en werking van de stempelbalken.
4)
Controleer of de wormoverbrenging van het zwenkmechanisme in orde is en of het correct
ingrijpt. Reinigen en opnieuw invetten.
5)
Inspecteer de remwerking en controleer op slijtage.
6)
Smeer het kniegewricht en de centrale stijl.
7)
Inspecteer de brandstoftank op beschadiging of lekkage.
8)
Controleer de slijtageblokken van de telescoopgiek en de nylon tapeinden (indien van
toepassing).
9)
Controleer of de eindkap op de hoofdkoppelpen goed is bevestigd en of de rolas op zijn plaats
zit.
10)
Smeer de trekhaak.
11)
De kogelgewrichten van de vijzels en de behuizing van de stempelbalken licht oliën.
12)
De richtpennen op de stempelbalken en assen en de klembouten van de as licht oliën.
13)
De handbediende vijzels oliën en de werking controleren.
14)
Controleer de Nylatron tapeinden rond de telescoopgiek en stel ze zo nodig af.
3.3.4
JAARLIJKSE VEILIGHEIDSCONTROLES
1)
Controleer of de draaipennen en hun borgbouten goed vast zitten.
2)
Controleer de gieken en het chassis op scheuren of zware roestvorming.
3)
Ververs de hydrauliekolie en -filters.
4)
Controleer de ophanging van elke as.
5)
Controleer of de ringbouten van het zwenkmechanisme goed vastzitten (koppel 206ft lbs,
279Nm).
14
Dutch – 01/10
Issue 06