Network
Configureert de netwerkinstellingen.
⬛
Network Connection
Selecteert de netwerkverbindingsmethode.
Instellingen
Selecteer deze optie als u het toestel wilt aansluiten op een netwerk met een in
Wired
de handel verkrijgbare netwerkkabel (p.49).
Selecteer deze optie als u het toestel wilt aansluiten op een netwerk via de
Wireless (Wi-Fi)
draadloze router (toegangspunt). Zie "Het toestel verbinden met een draadloos
netwerk" (p.66) voor meer informatie over instellingen.
Selecteer deze optie als u een mobiel apparaat direct op het toestel aan wilt
Wireless Direct
sluiten. Zie "Een mobiel apparaat direct met het toestel verbinden (Wireless
Direct)" (p.71) voor meer informatie over instellingen.
⬛
IP Address
Configureert de netwerkparameters (zoals IP-adres).
DHCP
Bepaalt of een DHCP-server wordt gebruikt.
Instellingen
Er wordt geen DHCP-server gebruikt. U moet de netwerkparameters handmatig
Off
configureren. Zie "Handmatige netwerkinstellingen" voor meer informatie.
Er wordt een DHCP-server gebruikt om de netwerkparameters (zoals IP-adres)
On
van het toestel automatisch te bepalen.
⬛
Handmatige netwerkinstellingen
1
Stel "DHCP" in op "Off".
2
Gebruik de cursortoetsen (q/w) om een parametertype te selecteren en druk op ENTER.
IP Address
Geeft een IP-adres aan.
Subnet Mask
Hierin kunt i een subnetmasker opgeven.
Default Gateway
Specificeert het IP-adres dat aan dit toestel is toegewezen.
DNS Server (P)
Geeft het IP-adres van de primaire DNS-server aan.
DNS Server (S)
Hierin kunt u het IP-adres van de secundaire DNS-server opgeven.
3
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om de invoegpositie te verplaatsen en de cursortoetsen
(q/w) om een waarde te selecteren.
4
Druk op ENTER om de instelling te bevestigen.
5
Als u een andere netwerkparameter wilt configureren, herhaalt u stap 2 tot 4.
6
Als u de wijzigingen wilt opslaan, gebruikt u de cursortoetsen om "OK" te selecteren en drukt
u op ENTER.
7
Druk op ON SCREEN om het menu af te sluiten.
142
Nl