Home >
Routineonderhoud
apparaat controleren
De afdrukuitlijning van uw Brother-apparaat controleren
Als uw afgedrukte tekst wazig wordt of de afbeeldingen vaag worden na transport van het apparaat, past u de
afdrukuitlijning aan.
>> DCP-J1050DW/MFC-J1010DW
>> DCP-J1140DW
DCP-J1050DW/MFC-J1010DW
Controleer voordat u de uitlijning aanpast eerst de afdrukkwaliteit door te drukken op
op het bedieningspaneel, a of b om opnieuw [Afdr.kwal. verb.] > [Afdr.kwal. verb.] te selecteren,
en vervolgens OK.
1. Druk op het bedieningspaneel op
2. Druk op a of b om uw selecties te maken:
a. Selecteer [Afdr.kwal. verb.]. Druk op OK.
b. Selecteer [Instel kantlijn]. Druk op OK.
3. Druk op c nadat een bevestigingsbericht over het uitvoeren van een controle van de afdrukkwaliteit wordt
weergegeven op de LCD.
4. Selecteer [Auto] of [Handmatig].
•
Als u de modus [Auto] selecteert, laat u de afdrukuitlijning automatisch aanpassen door het
controleblad te scannen.
•
Als u de modus [Handmatig] selecteert, moet u zelf informatie invoeren die op het controleblad staat
afgedrukt.
5. Als u de modus [Auto] selecteert, selecteer dan het papierformaat waarop u het controleblad wilt
afdrukken.
6. Plaats het opgegeven papierformaat in de lade en druk op c.
Het controleblad wordt afgedrukt.
7. Volg de instructies op de LCD.
Wanneer het uitlijnen van het afdrukken niet goed is ingesteld, ziet de tekst er, zoals hieronder, vaag uit.
Wanneer het uitlijnen van het afdrukken goed is ingesteld, ziet de tekst er als volgt uit.
DCP-J1140DW
Controleer voordat u de uitlijning aanpast eerst de afdrukkwaliteit door te drukken op
[Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] > [Contr. afdrukkwaliteit].
>
Uw Brother-apparaat controleren
(Inkt) of INK (INKT).
> De afdrukuitlijning van uw Brother-
(Inkt) of INK (INKT)
[Inkt] >
410