Menu-item
Bedrijfsnaam
<bedrijfsnaam invoeren>
Uw faxnummer
<faxnummer invoeren>
Apparaatnaam
<apparaatnaam invoeren>
Speciaal belsignaal
Patroon 1
Patroon 2
Patroon 3
Patroon 4
Patroon 5
Instellingen voor doorsturen
Doorsturen bij fouten
Altijd doorsturen
Niet doorsturen
Nummer instellingen voor doorsturen
<nummer instellingen voor doorsturen invoeren>
Doorgestuurde faxen afdrukken
Uit
Aan
kiesprefix
Uit
Aan
Nummer kiesprefix
<nummer kiesprefix invoeren>
Beschrijving
Hier kunt u de naam opgeven van de verzender die moet
worden opgenomen in het rapport voor de verzender
Hier kunt u het telefoonnummer opgeven dat wordt
afgedrukt boven aan elke pagina die wordt verzonden
vanaf de printer
Hier kunt u uw naam of bedrijfsnaam opgeven die wordt
afgedrukt op het rapport
Hier kunt u het patroon opgeven dat moet worden gebruikt
met dit speciale belsignaal. Patronen voor speciale belsig-
nalen worden ingesteld door uw telecombedrijf.
Opmerking: Patroon 4 is de standaardinstelling.
Hier kunt u opgeven wanneer de printer alle uitgaande
faxen moet doorsturen naar een bepaalde bestemming
Opmerkingen:
•
Doorsturen bij fouten. Uitgaande faxen worden
alleen doorgestuurd als er fouten optreden.
•
Altijd doorsturen. Uitgaande faxen worden altijd
doorgestuurd.
•
Niet doorsturen.Uitgaande faxen worden niet
doorgestuurd.
•
Niet doorsturen is de standaardinstelling.
Hier kunt u het nummer opgeven waarnaar uitgaande faxen
moeten worden doorgestuurd
Hier kunt u opgeven of doorgestuurde faxen moeten
worden afgedrukt. Als Doorgestuurde faxen afdrukken is
ingesteld op Aan, worden alle doorgestuurde faxen
afgedrukt.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Hier kunt u opgeven of het prefixnummer moet worden
toegevoegd als u een fax verzendt
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Hier kunt u het nummer voor de kiesprefix opgeven
(maximaal vijf cijfers). Dit nummer wordt gekozen voordat
automatische nummers worden gekozen. Deze functie is
handig voor PBX-systemen.
Printermenu's
143