140
Rijden en bediening
Een Autostop wordt door de naald
aangegeven bij de AUTOSTOP-
stand in de toerenteller.
Autostart
Laat het rempedaal los of haal de
keuzehendel uit D om de motor
opnieuw te starten.
Het opnieuw starten van de motor
wordt aangeduid door de naald van
de stationaire toerentalstand in de
toerenteller.
Het stop-startsysteem is uitgescha‐
keld op hellingen van 15% of steiler.
Stop-startsysteem 3 134.
Keuzehendel
De keuzehendel altijd zover mogelijk
in de gewenste richting bewegen. Als
de hendel wordt losgelaten, keert hij
altijd vanzelf terug naar de middelste
stand.
Let op
Houd de keuzehendel niet in een
tussengelegen stand. Bij het niet
geheel inschakelen van een versnel‐
ling kan er een storing ontstaan en
verschijnt mogelijk foutcode 81 op
het Driver Information Center.
Zet de keuzehendel weer in de
middelste stand. Na korte tijd
verschijnt N op het Driver Informa‐
tion Center en werkt het systeem
weer normaal.
Boordinformatie 3 102.
N
: neutrale stand
D/
: wisselen tussen automatische
M
(D) en handgeschakelde (M)
modus. Het versnellingsbak‐
display toont D of M met de
geselecteerde versnelling
: opschakelen in handgescha‐
<
kelde modus
: terugschakelen in handge‐
]
schakelde modus
R
: achteruitversnelling. Uitslui‐
tend inschakelen als de auto
stilstaat
Als de keuzehendel van R naar links
wordt verplaatst, wordt D direct inge‐
schakeld.
Als de keuzehendel van D naar <
of ] wordt verplaatst, wordt de hand‐
geschakelde modus M geselecteerd
en schakelt de versnellingsbak.