Title
Identifier
Language
Description
Version
Revision
Changes
Status
Last Modified
Author
Navigatie-instellingen
OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra kaarten of toestellen vereist.
Selecteer Instellingen > Navigatie.
Routelabels: U kunt instellen welk type labels wordt weergegeven voor koerswijzigingen op de kaart.
Auto Guidance: Hiermee kunt u de parameters instellen die de kaartplotter gebruikt bij het berekenen van een
Auto Guidance route, wanneer u bepaalde premiumkaarten gebruikt.
Koerswijzigingsovergang activeren: Hier kunt u instellen of de koerswijziging op basis van tijd of afstand moet
worden berekend.
Tijd koerswijzigingovergang: Hiermee kunt u het aantal minuten instellen vóór de koerswijzigingsovergang naar
het volgende routedeel, als Tijd is geselecteerd voor de instelling Koerswijzigingsovergang activeren. Door
deze waarde te verhogen kunt u de nauwkeurigheid van de stuurautomaat bij het navigeren van een route of
het volgen van een Auto Guidance route vergroten bij veel wendingen en bij hogere snelheden. Voor rechtere
routes en lagere snelheden kan het verlagen van deze waarde de nauwkeurigheid van de stuurautomaat
vergroten.
Afstand koerswijzigingsovergang: Hiermee kunt u de afstand instellen vóór de koerswijzigingsovergang naar
het volgende deel, als Afstand is geselecteerd voor de instelling Koerswijzigingsovergang activeren. Door
deze waarde te verhogen kunt u de nauwkeurigheid van de stuurautomaat bij het navigeren van een route of
het volgen van een Auto Guidance route vergroten bij veel wendingen en bij hogere snelheden. Voor rechtere
routes en lagere snelheden kan het verlagen van deze waarde de nauwkeurigheid van de stuurautomaat
vergroten.
Begin van route: Selecteert een beginpunt voor routenavigatie.
Title
Identifier
Language
Description
Version
Revision
Changes
Status
Last Modified
Author
Instellingen andere vaartuigen
Als uw compatibele kaartplotter is verbonden met een AIS-toestel of marifoon, kunt u instellen hoe andere
vaartuigen op de kaartplotter worden weergegeven.
Selecteer Instellingen > Overige schepen.
AIS: Schakelt ontvangst van AIS-signalen in en uit.
DSC: Schakelt DSC (Digital Selective Calling) in en uit.
AIS-alarm: Stelt het aanvaringsalarm in
uitzendingen met testwaarschuwingen inschakelen,
226
Navigation Settings (5-7)
GUID-0BE1CED2-3ED1-4921-A59A-C4DFA711BB13
NL-NL
2
2
removing 2 index entries
Released
16/03/2016 08:40:25
gristk
Other Vessel Settings (5-7-8-10)
GUID-AE072F7E-0163-4971-925B-758AADF22537
NL-NL
2
2
Released
19/08/2014 13:25:29
gristk
(Een veilige zone voor aanvaringsgevaar instellen, pagina 41
pagina 45).
en
AIS-
Toestelconfiguratie