CONTROLE VOOR GEBRUIK
TYPISCH
1. Inspecteer deze plaats
Inspecteer de scherpe voorranden van
de impeller op geknikte of gebogen
delen; deze kunnen het vermogen van
uw boot aanzienlijk verlagen.
Ruim
WAARSCHUWING
Controleren op abnormale aan-
wezigheid van water in het ruim.
Zorg ervoor dat de aftappluggen
correct worden bevestigd, voordat
u de boot te water laat.
Motorcompartiment
Controleer of er geen benzinedampen
in het motorcompartiment aanwezig
zijn en inspecteer visueel de brand-
stofleidingen op slijtage en de toe-
stand van de brandstoftankriemen en
de bevestigingen ervan.
WAARSCHUWING
De motor NIET starten en GEEN
elektrische uitrusting gebruiken
als u een benzinelek of -geur vast-
stelt.
Raadpleeg een erkende
Sea-Doo bootdealer.
_______
44
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Hoofdaccu-onderbreker
Draai de schakelaar op ON (aan) om de
motor te kunnen starten en accessoi-
res te gebruiken.
Gas/schakelsysteem
Gashendel
Controleer of de gashendel vlot be-
weegt.
WAARSCHUWING
Controleer de werking van de gas-
hendel voordat u de motor start.
Schakelhendel
Controleer of de achteruitvaarklep vlot
beweegt. Met de schakelhendel in
Vooruit moet de klep naar boven staan.
Met de schakelhendel in Neutraal
moet de klep in de middelste stand
staan. Met de schakelhendel in Ach-
teruit moet de klep naar onder staan.
WAARSCHUWING
Controleer de vergrendeling van
de achteruitvaarkleppen.
Om de vergrendeling van de achteruit-
vaarklep te controleren, schakelt u in
VOORUIT.
Trek de achteruitvaarklep achteruit.
De vergrendeling van de achteruitvaar-
klep werkt wanneer de achteruitvaar-
klep omhoog blijft staan.
Als de achteruitvaarklep
MERK OP
niet omhoog blijft staan wanneer u
in VOORUIT schakelt, vaar dan niet
meer met uw boot maar raadpleeg
een erkende Sea-Doo bootdealer.
_______