6
Statussen van de ALLUX
6
6.2 Status normaal gebruik
6.2.1 Wanneer de batterijlader of uitschakeldop ontkoppeld is
Wanneer de batterijlader (NE-BC01) of uitschakeldop (NE-CC02) losgekoppeld is,
zal de ALLUX
om de resterende capaciteit van de interne voeding van de ALLUX
de laadpoortdop (NE-CC01) na het verwijderen van de batterijlader en de uitschakeldop.
●
Ontkoppel de batterijlader of de uitschakeldop. Zoemt de trilling niet zoals hieronder
beschreven, verbind de batterijlader of uitschakeldop dan nog een keer en ontkoppel
hem opnieuw.
●Verbind de laadpoortdop.
WAARSCHU-
WING
6.2.2 Wanneer de stroom uitgeschakeld is voor opladen
De voeding schakelt uit wanneer de batterijlader of uitschakeldop verbonden wordt.
●Verbind de batterijlader
WAARSCHU-
WING
13
ALLUX
gebruikersgids
TM
naar de normale gebruiksmodus overgaan. Er wordt een trilling geactiveerd
TM
Verbind na het ontkoppelen van de batterijlader de laadpoortdop. (NE-CC01).
Wordt de dop niet gebruikt en komt de connectorterminal in contact met
water of een andere vloeistof, dan kan de ALLUX
oplaadmodus gaan. De gebruiker kan dan niet meer stappen, waardoor hij/zij
op een onveilige plaats kan stranden.
2
sec
Stap niet met een verbonden uitschakeldop (NE-CC02). De stapcontrole stopt,
waardoor een poging om de eenheid met een verbonden uitschakeldop te
gebruiken de stapprocedure nadelig kan beïnvloeden, met een val tot gevolg.
Laadpoortdop
NE-CC01
Uitschakeldop
NE-CC02
TM
0,25
8
×
sec
keer
0,5
8
×
sec
keer
0,75
8
(4
)
sec
keer +
sec
weer te geven. Verbind
TM
: 3 uur of meer
: minder dan 3 uur
: niet meer stappen
slecht functioneren en in
TM