Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Om enige obstructie te vermijden gebruikt u het gat tussen de
beugel en de rioleringslijn. Breng de moeren aan op de openin-
gen van de beugel en stop er de schroeven in. Schroef zorgvuldig
en geleidelijk aan. Wissel daarbij af tussen de twee schroeven.
Schroef ze nooit afzonderlijk aan. Oefen geen kracht uit op de
onderdelen. Breng het slangetje in 1/4" aan tussen de schroef-
draad van de beugel en de aansluiting van het systeem naar de
afvoer.
Gebruik de Engelse sleutel om het slangetje aan te spannen op
de moer van de rioleringsbeugel (het slangetje zit goed als het 2
mm voorbij het voorste deel van de moer komt).
6. Indien noodzakelijk plaatst u dicht bij het systeem (< 1m) en
overeenkomstig de nationale regelgeving een stopcontact.
7. Ga na of alle fittingen juist zijn aangeschroefd. Als de druk ho-
ger ligt dan 3 bar installeert u een drukbegrenzer op de toevoer-
buis van het systeem dat geregeld is op 3 bar.
8. Voor de toevoer naar andere gebruikspunten (kraan, Ameri-
kaanse ijskast, enz.) gebruikt u plastic slangetjes in 1/4" en voor
elk bijkomend punt een T-stuk in 1/4".
OPSTARTEN
Zodra de installatie voltooid is, moet men het systeem in bedrijf
stellen. De inbedrijfstelling wordt het best uitgevoerd door een
gekwalificeerd technicus. Hierbij neemt men onderstaand pro-
tocol in acht:
1. De kraan in 1/4" op het toevoerstuk van het systeem moet dicht
blijven. De modellen met pomp sluit u elektrisch aan. U haalt het
bovenste omhulsel van het systeem weg.
2. Ontkoppel de inlaatbuis aan de pomp of aan de membraanpoort
en voer af naar een recipiënt.
De koolstofpatronen niet reinigen onder de kraan van het
systeem. Het koolstofpoeder kan immers de verschillende on-
derdelen van het systeem binnendringen en voor een verstoorde
werking zorgen.
3. Open de inlaatkraan in 1/4" en reinig het filtersysteem totdat er
helder water uitkomt. Zo kan men het koolstofpoeder dat tijdens
het transport en de hantering van de patronen werd gegene-
reerd eruit halen. Het poeder kan het omgekeerde-osmose-
membraan immers volledig of gedeeltelijk verstoppen.
6
SLUITEN
4. Doe de inlaatkraan in 1/4" toe. Sluit, wanneer er geen water
meer afloopt, de buis op de membraanpoorttoevoer weer aan.
5. Reinig het patroon voor laatste koolstoffiltering. Hiervoor sluit
u de kraan van het reservoir. Open de inlaatkraan en de kraan van
het osmosesysteem.
SLUITEN
OPEN
Laat het water langs de systeemkraan weglopen totdat er
helder water uitkomt. Sluit vervolgens de inlaatkraan. Sluit de
systeemkraan wanneer er geen water meer wegloopt. Open tot
slot de kraan van het reservoir.
OPEN
SLUITEN
OPEN
Advertenties
Inhoudsopgave
