Het andere apparaat moet Bluetooth-
verbindingen ondersteunen.
Inhoud overbrengen
Ga als volgt te werk om voor het eerst
gegevens uit het andere apparaat naar dit
apparaat over te brengen:
1
Activeer de Bluetooth-verbinding in
beide apparaten.
2
Selecteer het apparaat waaruit u
inhoud wilt overbrengen. U wordt
gevraagd een code in te voeren op uw
apparaat. Voer een code in (1-16
cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde
code ook in op het andere apparaat en
selecteer OK. De apparaten zijn nu
gekoppeld.
Bij bepaalde modellen wordt de
toepassing Wisselen als een bericht
verzonden naar het andere apparaat.
Open het bericht om de toepassing
Overdracht te installeren op het
andere apparaat en volg de
instructies.
3
Selecteer vanaf uw apparaat de
inhoud die u vanaf het andere
apparaat wilt overbrengen.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het
geheugen van het andere apparaat naar
de overeenkomstige locatie op uw
apparaat.
De tijd die het overbrengen in beslag
neemt, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens die moet worden overgebracht.
U kunt de overdracht annuleren en later
voortzetten.
De synchronisatie vindt plaats in twee
richtingen en de gegevens op beide
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
apparaten zijn gelijk. Als een item in één
apparaat wordt verwijderd, wordt het in
beide apparaten verwijderd. U kunt
verwijderde items niet herstellen via
synchronisatie.
U kunt het logbestand van de laatste
overdracht bekijken door een
snelkoppeling in de hoofdweergave te
selecteren en
Opties
bekijken
te kiezen.
Bluetooth
Over Bluetooth
Met de Bluetooth-technologie in het
apparaat kunnen elektronische apparaten
binnen een bereik tot 10 meter draadloos
met elkaar worden verbonden. Een
Bluetooth-verbinding kan worden
gebruikt voor het verzenden van
afbeeldingen, video's, tekst,
visitekaartjes, agendanotities, of om
draadloze verbindingen tot stand te
brengen met Bluetooth-apparaten.
Apparaten met Bluetooth-technologie
communiceren door middel van
radiogolven, waardoor de verschillende
apparaten zich niet direct in elkaars zicht
hoeven te bevinden. De twee apparaten
moeten zich alleen binnen een straal van
10 meter van elkaar bevinden, hoewel de
verbinding kan worden gestoord door
obstakels zoals muren of andere
elektronische apparaten.
Er kunnen verschillende Bluetooth-
verbindingen tegelijkertijd actief zijn. U
kunt bijvoorbeeld met uw apparaat een
verbinding hebben met een
hoofdtelefoon en tegelijk bestanden
Connectiviteit
Logboek
>
51