De aanbieder komt eruit wanneer:
● Het betreffende portier wordt
gesloten en het contact wordt
ingeschakeld.
● Het contact aan is en het portier
wordt gesloten.
De aanbieder gaat terug wanneer:
● Het betreffende portier weer
wordt geopend.
● De sleutel uit het contactslot
wordt getrokken.
● De betreffende veiligheidsgor‐
delgesp in het slot wordt gesto‐
ken.
● Een inactieve periode van
45 seconden.
● De auto gedurende langer dan
15 seconden met een snelheid
van meer dan 6 km/u rijdt.
Duw de gordelaanbieder zachtjes
terug als deze niet uit zichzelf terug
gaat.
Gordelwaarschuwing
De voorstoelen zijn met een gordel‐
verklikker uitgerust, aangegeven voor
de bestuurdersstoel als controlelamp
X in de toerenteller 3 91 en voor de
passagiersstoel in de middenconsole
3 89.
Veiligheidsgordelkrachtbegren‐
zers
De gordelkrachtbegrenzers van alle
stoelen beperken de krachten die
inwerken op de inzittenden, doordat
de gordels tijdens een botsing gelei‐
delijk worden ontspannen.
Gordelspanners
De gordelsloten van alle stoelen
worden bij een voldoende zware fron‐
tale botsing of bij een aanrijding van
achteren strakgetrokken.
9 Waarschuwing
Onjuist handelen (bijv. het verwij‐
deren of aanbrengen van gordels)
kan de gordelspanners in werking
stellen.
Stoelen, veiligheidssystemen
Geactiveerde gordelspanners zijn te
herkennen aan de voortdurend bran‐
dende controlelamp v 3 91.
Geactiveerde gordelspanners door
een werkplaats laten vervangen.
Gordelspanners worden slechts
eenmaal geactiveerd.
Let op
Bevestig of monteer geen accessoi‐
res of andere voorwerpen die de
werking van de gordelspanners
kunnen verstoren. Geen aanpassin‐
gen aan onderdelen van de gordel‐
spanners aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de
auto.
57