¡ → "Magnetronvermogen", Pagina 12
¡ → "Vormen en accessoires met magnetron",
Pagina 17
Vereiste: Let op de informatie bij de betreffende func-
tie.
→ "Instelmogelijkheden met magnetron", Pagina 18
Druk op de gewenste functie.
1.
Maak de instellingen bij de functie, bijv. verwar-
2.
mingsmethode en temperatuur.
Druk op "Magnetron-aanvulling"
3.
Druk op het gewenste magnetronvermogen.
4.
Druk op "Tijdsduur" en stel de tijdsduur in.
5.
Start de werking met
6.
a Het apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
12 Ventilatiefunctie "Knapperig"
De ventilatiefunctie "Knapperig"
binnenruimte, zodat uw gerecht knapperig wordt.
De hoeveelheid hete stoom welke kan ontspannen bij
het openen van de deur, wordt gereduceerd.
12.1 Geschikte verwarmingsmethoden met
ventilatiefunctie
Voor de ventilatiefunctie zijn alleen bepaalde verwar-
mingsmethoden geschikt.
Bij de volgende verwarmingsmethoden kunt u de
ventilatiefunctie gebruiken:
¡ 4D hetelucht
¡ Boven- en onderwarmte
¡ Pizzastand
¡ Circulatiegrillen
12.2 Ventilatiefunctie instellen
U kunt de ventilatiefunctie te allen tijde bijschakelen,
ook na aanvang van de werking.
Stel een geschikte verwarmingsmethode en tempe-
1.
ratuur in.
13 Gerechten
Met de functie "Gerechten" helpt u uw apparaat bij de
bereiding van verschillende gerechten en kiest u auto-
matisch de optimale instellingen.
13.1 Vormen voor gerechten
Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
en de grootte van de vorm.
Gebruik een hittebestendige vorm, die geschikt is voor
temperaturen tot 300°C. Vormen van glas of glaskera-
miek zijn het meest geschikt. Braadstukken moeten de
bodem van de vorm voor ca. 2/3 bedekken.
Vormen van het volgende materiaal zijn niet geschikt:
¡ licht gekleurd, glanzend aluminium
¡ niet geglazuurde klei
¡ Kunststof of kunststof grepen
.
.
onttrekt vocht uit de
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
Wanneer de tijdsduur is verstreken:
7.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Bijgeschakelde magnetron wijzigen
U kunt de bijgeschakelde magnetron altijd wijzigen of
deactiveren.
Druk op het magnetronvermogen.
1.
Het magnetronvermogen wijzigen of deactiveren.
2.
Druk op "Overnemen".
3.
Indien nodig kunt u meer instellingen maken en met
de ventilatiefunctie combineren.
2.
Op "Knapperig" drukken.
a Op de tegel staat "Aan".
Start de werking met
3.
a Het apparaat begint op te warmen.
a Het display geeft de instelwaarden weer.
4.
Schakel het apparaat uit met
klaar is.
Opmerking: Tijdens de werking kunnen luidere ventilat-
orgeluiden hoorbaar zijn.
Ventilatiefunctie annuleren
U kunt de ventilatiefunctie te allen tijde uitschakelen.
Druk op "Knapperig"
▶
a Op het display verschijnt bij "Knapperig"
a De werking wordt zonder ventilatiefunctie voortge-
zet.
Opmerking: Bij sommige gerechten schakelt het appa-
raat de magnetron in. Er verschijnt een aanwijzing op
het display dat een voor de magnetron geschikte vorm
dient te worden gebruikt.
→ "Vormen en accessoires met magnetron", Pagina 17
13.2 Instelmogelijkheden van de gerechten
Om de gerechten optimaal te bereiden, gebruikt het
apparaat, al naar gelang het gerecht, verschillende in-
stellingen.
Op het display ziet u de gebruikte instellingen. Bepaal-
de instellingen kunt u aanpassen. Volg de aanwijzingen
op het display.
Opmerking: Het bereidingsresultaat is afhankelijk van
de kwaliteit en de aard van de levensmiddelen. Ge-
bruik verse levensmiddelen, het best op koelkasttem-
peratuur. Diepvriesgerechten direct uit het diepvriesvak
gebruiken.
Ventilatiefunctie "Knapperig" nl
wanneer het ge-
.
wanneer het gerecht
.
"Uit".
19