Programma's
U kunt regelmatig gebruikte instellin-
gen registreren in het geheugen van
het apparaat en deze later weer op-
roepen.
Opmerking
❒ U kunt maximaal 10 programma's
registreren voor de scannermodus.
❒ U kunt de instellingen die zijn ge-
registreerd in programma nr. 10
als beginmodus gebruiken door
[Programmanr. 10] in [Startmodus wij-
zigen] van [Scannereigensch.] te se-
lecteren.
❒ Programma's worden niet gewist
als het apparaat uit wordt gezet of
als er op de {Wismodi}-toets wordt
gedrukt. Ze worden alleen verwij-
derd als u ze verwijdert of ze over-
schrijft met een ander programma.
❒ De instellingen die u in een pro-
gramma kunt invoeren zijn de vol-
g e n d e : d e s c a n i n s t e l l i n g e n ,
eenzijdig/dubbelzijdig origineel,
Bovenzijde naar bovenzijde/Bo-
ven- naar onderzijde, Laatste pagi-
na, Verdelen, Origineel invoertype,
Bestandssoort, Batch/SADF en
stempel.
Een programma registreren
A
Geef de te registreren instellin-
gen op in het beginscherm van de
scannermodus.
B
Druk op de {Programmeren}-toets.
C
Druk op [m Registreren].
D
Druk op het programmanummer
dat u wilt registreren.
Opmerking
❒ Programmanummers met m
hebben al instellingen.
E
Voer de naam van het programma
in met het soft-toetsenbord dat op
het displaypaneel verschijnt.
Opmerking
❒ U kunt maximaal 40 tekens in-
voeren.
❒ Als er geen programmanaam
hoef te worden ingevoerd, ga
dan verder met stap
F
Druk op [OK].
Als de instellingen zijn geregis-
treerd, verschijnt m aan de linker-
z i j d e v a n h e t g e r e g i s t r e e r d e
programmanummer en de pro-
grammanaam aan de rechterzijde.
Het display keert even later terug
naar het beginscherm.
AHV001S
Programma's
7
F
.
97