Nederlands
8.1
Vullen en ontluchten
Installatie op een correcte manier vullen en ontluchten.
De rotorruimte van de pomp wordt al na een korte werkingstijd
automatisch ontlucht. Kortstondige droogloop beschadigt de
pomp niet.
Als de ontluchting van de rotorruimte vereist is, moet als volgt
worden gehandeld:
• Pomp uitschakelen.
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel!
Afhankelijk van de bedrijfstoestand van de pomp resp. de
installatie (mediumtemperatuur) kan de gehele pomp zeer
heet worden.
Gevaar voor verbranding bij aanraken van de pomp!
• Afsluiter van de leiding aan drukzijde sluiten
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk letsel!
Afhankelijk van de temperatuur van het transportmedium en
van de systeemdruk kan bij het openen van de ontluchtings-
schroef hete transportvloeistof in vloeibare of gasvormige
toestand vrijkomen of onder hoge druk naar buiten worden
gespoten.
Er bestaat verbrandingsgevaar door lekkend medium!
• Ontluchtinsgschroef voorzichtig met passende schroeven-
draaier lossen en helemaal uitdraaien (afb. 8).
• Pompas met schroevendraaier meermaals voorzichtig terugdu-
wen.
• Elektrische onderdelen tegen vrijkomend water beschermen.
• Pomp inschakelen.
Aanwijzing. Afhankelijk van hoe hoog de bedrijfsdruk is, kan de
pomp bij losgedraaide ontluchtingsschroef blokkeren
• Na 15 ... 30 s de ontluchtingsschroef weer inschroeven.
• Afsluiter weer openen.
12
WILO SE 08/2019