Inhoudsopgave
Advertenties
IX. Problemen oplossen
Repareer of demonteer de airconditioning niet zelf. Door ongekwalificeerde reparatie komt de garantiekaart
te vervallen. Daarnaast kan dit leiden tot schade aan gebruikers of hun eigendommen.
Problemen
Redenen
Er is geen elektriciteit.
De overloopindicator geeft "FL" weer.
De omgevingstemperatuur is te laag of te
hoog
De
airconditioning
werkt niet.
In de koelmodus is de kamertemperatuur
lager dan de ingestelde temperatuur.
In
omgevingstemperatuur laag.
Er is direct zonlicht.
Ramen of deuren staan open; er zijn veel
mensen; of in de koelmodus, zijn er andere
Het koeleffect is niet
goed
warmtebronnen.
De filterzeef is vuil.
De luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd.
De airconditioning is niet op een vlak
Veel lawaai
oppervlak geplaatst.
Compressor
werkt
Oververhittingsbeveiliging start.
niet.
De afstand tussen het apparaat en de
afstandsbediening is te groot.
De
De afstandsbediening is niet uitgelijnd met
afstandsbediening
de richting van de ontvanger van de
werkt niet.
afstandsbediening.
Batterijen zijn leeg.
Apparaat geeft 'E2'
De leidingtemperatuursensor is abnormaal.
weer.
Apparaat geeft 'E1'
De kamertemperatuursensor is abnormaal.
weer
Opmerking: In geval van problemen die niet worden vermeld in de tabel of indien aanbevolen oplossingen niet werken, neemt u
contact op met een professionele installateur.
X. Addendum
Schematisch diagram voor airconditioning
(De specifieke technische parameters van de eenheid moeten worden weergegeven op het naamplaatje op
het apparaat)
de
ontvochtigingsmodus
Condensator
Compressor
Oplossingen
Schakel het apparaat in nadat u het hebt
aangesloten op een stopcontact met elektriciteit.
Voer het water af.
Het wordt aanbevolen om het apparaat te gebruiken
bij een temperatuur van 16-35 ℃ (61-95 ℉).
Wijzig de ingestelde temperatuur.
Het apparaat moet worden geplaatst in een ruimte
is
de
met een omgevingstemperatuur van hoger dan
17 ℃ (62 ℉).
Doe het gordijn dicht.
Sluit ramen en deuren en voeg een airconditioner
toe.
Reinig of vervang de filterzeef.
Verwijder obstructies.
Plaats het apparaat op een vlakke en harde
ondergrond (om geluid te reduceren).
Wacht 3 minuten tot de temperatuur omlaag is
gebracht, en start het apparaat vervolgens opnieuw.
Laat de afstandsbediening in de buurt van het
apparaat
komen,
afstandsbediening direct in de richting van de
ontvanger van de afstandsbediening is gericht.
Vervang de batterijen.
Controleer
de
gerelateerde circuit.
Controleer
de
gerelateerde circuit.
Capillair
Verdamper
12
en
zorg
ervoor
dat
leidingtemperatuursensor
kamertemperatuursensor
de
en
en
Advertenties
Inhoudsopgave
