7. Instellingenmenu's van het apparaat
U kunt draaischijf- of druktoetslijnen selecteren. De beschikbare telefoontypes zijn afhankelijk van
het land waarin het apparaat gebruikt zal worden.
• Pulstoon
• Tel. kiessch.(10PPS)
Standaardinstelling: [Druktoetstelefoon]
Voor meer informatie over het opgeven van deze instelling, zie Pag. 107 "Instellingen configureren
voor een telefoonnetwerk (uitsluitend SG 3110SFNw)".
G3-lijn analoog
U dient de volgende instellingen te maken voor de G3 analoge lijn voordat u het apparaat op een
standaard G3 analoge lijn aansluit.
• Lijn/Buitenlijn
Als uw apparaat is aangesloten via een PBX, geeft u de instelling [Lijn] op. Als deze
rechtstreeks op het telefoonnetwerk is aangesloten, geeft u de instelling [Buitenlijn] op.
• Extern toegangsnummer
Gebruik deze instelling als uw apparaat is aangesloten op een PABX waardoor u een
bepaald nummer moet draaien, zoals "0", gevolgd door een pauze, om een buitenlijn te
krijgen. Door het programmeren van "0" als het PSTN-toegangsnummer, wordt er
automatisch een pauze ingevoerd na de "0" als u een nummer draait.
Voor meer informatie over het opgeven van deze instelling, zie Pag. 107 "Instellingen configureren
voor een telefoonnetwerk (uitsluitend SG 3110SFNw)".
Geheugenbestand doorzenden
Als de printer niet meer werkt of als het papier of de toner op is, kunt u de bestanden in het
faxgeheugen naar een ander apparaat verzenden om deze af te drukken.
Interval opnw verzenden (fax)
Geef de interval op die tussen de pogingen moet zitten als geheugenverzending mislukt.
Standaardinstelling: [2 min. ]
Voer een tijdsinterval tussen 1 en 5 minuten in met de cijfertoetsen.
Totaal aantal oproepen
Geef het maximaal aantal keer op dat geheugenverzending opnieuw geprobeerd moet worden
als dit mislukt.
Standaardinstelling: [2 keer]
De waarden die bij [Totaal aantal oproepen] kunnen worden opgegeven, zijn afhankelijk van de
regio waarin het apparaat gebruikt wordt.
284