3. Bediening
Inschakelen
Uitschakelen
Controlelampje / restwarmte-indicator
6
Inschakelen
Druk de schakelknop voor de desbetreffende
kookzone in en draai deze naar links of rechts op
de gewenste vermogensstand (1 - 12). De ringver-
lichting achter de schakelknop en het desbetref-
fende controlelampje in de display branden zolang
de kookzone is ingeschakeld.
De kookzones worden elektronisch gestuurd en
tijdens het gebruik in- en uitgeschakeld om te
zorgen voor een gelijkmatige warmteoverdracht
van de kookplaat naar de pan.
Uitschakelen
Draai de schakelknop op 0. De ringverlichting gaat
uit.
Controlelampje / restwarmte-indicator
Het controlelampje brandt in de display van de
desbetreffende kookzone zolang deze kookzone is
ingeschakeld. Nadat de kookzone is uitgeschakeld,
knippert het controlelampje zolang deze kookzone
nog niet voldoende is afgekoeld om deze zonder
gevaar te kunnen aanraken.