10) Achteruitrijden
Doel
-
Vertrouwd raken met de bestu-
ring van het voertuig en de
draaicirkel in Achteruit.
Aanwijzingen
In Achteruit schakelen. Zie het on-
derdeel ACHTERUIT RIJDEN in
BASISPROCEDURES .
Controleer of de ruimte achter u
vrij is en blijf achteruit kijken terwijl
u de koppelingshendel loslaat. Let
op dat u met uw voorwielen ner-
gens tegenaan botst terwijl u ach-
teruit rijdt. Gebruik uw koppeling
en rem om te vertragen en te
stoppen, net als wanneer u vooruit
rijdt.
Rijd telkens een meter achteruit en
stop tussendoor.
Beperk uw snelheid en rijd nooit
langere afstanden achteruit.
Hebt u het achteruitrijden goed
onder de knie, probeer dan achter-
waarts een parkeerplaats in te rij-
den, als aangegeven op het onder-
staande schema.
NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
1.
Start
2.
Achteruit
3.
Stop
4.
Vooruit
Bijkomende oefeningen in een
gecontroleerde omgeving
Als u alle bovenstaande oefeningen
onder de knie hebt, kunt u een paar
andere dingen proberen als de
ruimte en de voorwaarden dit toe-
laten. Dat kan op een parkeerplaats
of ergens anders op een later tijd-
stip als u daartoe de gelegenheid
ziet zonder gevaar voor uzelf.
-
Snel starten: Probeer snel op
snelheid te komen en versnel-
ling per versnelling hoger te
schakelen.
-
Op hogere snelheid snel tot
stilstand komen: Net als de
oefeningen om snel te stoppen,
maar dan op hogere snelheden
zodat u voeling krijgt met nood-
stoppen.
-
Op een helling starten: Hier-
voor houdt u het rempedaal in-
gedrukt terwijl u de koppelings-
hendel loslaat tot u in de frictie-
zone zit. Op die manier kunt u
niet achteruitrollen.
73