3 Sluit alle waterkranen nadat alle lucht uit de leidingen is
verwijderd.
4 Controleer op waterlekkages.
5 Bedien
handmatig
overdrukveiligheidsklep om zeker te zijn dat het water
ongehinderd doorheen de afvoerleiding kan vloeien.
5.3.5
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
6
Elektrische installatie
INFORMATIE
Deze unit is een model voor verwarming alleen. Daarom
zijn alle verwijzingen naar koeling in dit document NIET
van toepassing.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze
voor lage spanning moet minstens 50 mm bedragen.
WAARSCHUWING
Zorg dat de elektrische bedrading de koelmiddelgasleiding,
die erg heet kan zijn, NIET raakt.
a Koelmiddelgasleiding
6.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Alleen voor de back-upverwarming van de binnenunit
Zie
"6.3.2 De voeding van de back-upverwarming
6.2
Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalmomenten
Binnenunit:
EHFZ03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596818-1D – 2021.10
de
ter
plaatse
geplaatste
meeraderige
kabel
a
aansluiten" [ 4 14].
Onderdeel
M4 (X1M, X2M, X5M)
M4 (aarde)
6.3
Aansluitingen op de binnenunit
Onderdeel
Elektrische voeding
(primair)
Elektrische voeding
(back-upverwarming)
Gebruikersinterface
Afsluiter
Elektrische meters
Warmtapwaterpomp
Alarmuitgang
Bediening
ruimtekoeling/-
verwarming
Digitale ingangen
energieverbruik
Veiligheidsthermostaat Zie
als
Kamerthermostaat
(bedraad of draadloos)
6 Elektrische installatie
Aanhaalkoppel (N•m)
1,2~1,5
1,2~1,5
Beschrijving
Zie
"6.3.1 De hoofdvoeding
aansluiten" [ 4 12].
Zie
"6.3.2 De voeding van de back-
aansluiten" [ 4 14].
upverwarming
Zie
"6.3.3 De gebruikersinterface
aansluiten" [ 4 14].
aansluiten" [ 4 15].
Zie
"6.3.4 De afsluiter
Zie
"6.3.5 De elektriciteitsmeters
aansluiten" [ 4 16].
Zie
"6.3.6 De pomp van het warm tapwater
aansluiten" [ 4 16].
Zie
"6.3.7 De alarm-output
aansluiten" [ 4 17].
Zie
"6.3.8 De AAN/UIT-output van de
ruimtekoeling/verwarming
aansluiten" [ 4 17].
Zie
"6.3.10 De digitale inputs voor het
energieverbruik
aansluiten" [ 4 18].
"6.3.11 De veiligheidsthermostaat
(normaal gesloten contact)
aansluiten" [ 4 19].
Zie onderstaande tabel.
Draden voor bedrade
kamerthermostaat: (3 voor koeling/
verwarming; 2 voor alleen
verwarming)×0,75 mm²
Draden voor draadloze
kamerthermostaat: (5 voor koeling/
verwarming; 4 voor alleen
verwarming)×0,75 mm²
Maximale stroomsterkte: 100 mA
Voor de primaire zone:
▪ [A.2.1.7] Unitbestur.methd
▪ [A.2.2.4] Primair contact
Voor de secundaire zone:
▪ [A.2.2.5] Sec. contact
Installatiehandleiding
11