122
Rijden en bediening
In de handgeschakelde modus
worden M en het nummer van de
geselecteerde versnelling aange‐
duid.
R geeft de achteruitversnelling aan.
N duidt de neutrale stand aan.
P duidt de parkeerstand aan.
B geeft modus voor regeneratief
remmen aan.
Schakelen
Er zijn twee verschillende automati‐
sche versnellingsbakken met 6 of 8
versnellingen leverbaar, met elk een
verschillend type keuzehendel.
Automatische zesversnellingsbak
Automatische achtversnellingsbak
Verplaats de keuzehendel of druk op
de betreffende knoppen.
P : parkeerstand, wielen zijn
geblokkeerd, alleen inschakelen
wanneer de auto stilstaat, auto‐
matisch ingeschakeld wanneer
het bestuurdersportier wordt
geopend of de motor wordt uitge‐
schakeld
R : achteruitversnelling, alleen
inschakelen wanneer de auto
stilstaat
N : neutrale stand
D : automatische modus
M : handgeschakelde modus
Schakelen begint altijd vanuit een
middelste stand en werkt door de
keuzehendel te verplaatsen. Na het
bedienen gaat de keuzehendel terug
naar de middelste stand.De geselec‐
teerde modus verschijnt op het Driver
Information Center.
Parkeerstand P
Deze stand vergrendelt de voorwie‐
len. P wordt automatisch ingescha‐
keld wanneer het contact wordt uitge‐
zet.
De auto schakelt automatisch naar
P als
● de auto stilstaat
● het bestuurdersportier wordt
geopend bij een rijsnelheid van
minder dan 2 km/u
De auto schakelt niet over op P als hij
te snel rijdt. Stop de auto en schakel
over naar P.
Druk om P in te schakelen op de knop
P.