8
c) vergrendel
de
vergrendeling;
d) herhaal de handelingen van de punten (a), (b)
en (c) aan de achterzijde (motorzijde) van de
machine.
VERPLAATS DE MACHINE OP DE WIJZE DIE IN
FOTO 9 AANGEGEVEN IS.
9
7. De machine aansluiten op het lichtnet
ATTENTIE !
De machine is op het lichtnet aangesloten met
behulp van een differentieelschakelaar met de
volgende eigenschappen:
Differentieel
N.B. Controleer regelmatig de functionering van
de differentieelschakelaars voor een correct
gebruik ervan. Maak voor deze controle gebruik
van de toets op het voorpaneel van het apparaat.
poten
met
de
speciale
In 16 A Id 30 mA
-
Controleer of de draden van de voedingskabel
een doorsnede hebben die geschikt is voor de
startstroom en de lengte van de kabel. In het
geval van kabels met een lengte van 50 m is
een doorsnede van 4mm2 voldoende.
-
Controleer of de netspanning van de lijn
overeenkomt met de gegevens op het plaatje
van de machine, alvorens u de machine op het
stopcontact aansluit.
-
Sluit
de
machine
functionerende aardekabel aan op een netwerk.
Sluit de machine in het geval van twijfel niet
aan.
ATTENTIE !
Controleer of de motor in de juiste richting
draait als u haar op het elektriciteitsnet aansluit.
De draairichting is aangegeven op de schijfkap.
CONTROLEER DE DRAAIRICHTING ALTIJD ALS
DE SNIJSCHIJF GEDEMONTEERD IS.
ATTENTIE !
GEBRUIK OM GEEN ENKELE REDEN DE
MACHINE ALS DE MOTOR IN DE VERKEERDE
RICHTING DRAAIT.
ATTENTIE !
Draai de twee fasedraden in de voedingsstekker
om, zoals hieronder staat aangegeven, als de
motor in de verkeerde richting draait:
-
steek een platte schroevendraaier in de
zitting en draai de twee fasedraden om (foto
10).
-
controleer of de rotatierichting nu juist is.
.
10
11
NL
uitsluitend
met
een