Lokale HMI
Network
Auto
Unit HRInvAl – Warmteterugwinning watertemperatuur omgekeerd
5.1.17
Dit alarm wordt gegenereerd als de HR EWT < HR LWT-1°C gedurende een definieerbare tijd wanneer het circuit in
werking is.
Symptoom
Status systeem is On
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
Unit HRInvAl
String in het logboek alarmen:
Unit HRInvAl
String in snapshot alarm
Unit HRInvAl
Reset
Lokale HMI
Network
Auto
5.2
Unit Pumpdown Alarms (Afzuigingsalarmen system)
Alle in deze paragraaf vermelde alarmen genereren een stopzetting van het systeem met de uitvoering van de normale
afzuigingsprocedure.
5.2.1 UnitOff EvpEntWTempSen - Storing sensor waterinlaattemperatuur (EWT) verdamper
Dit alarm wordt telkens gegenereerd als de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt.
Symptoom
Status systeem is Off.
Alle circuits worden gestopt met een
normale uitschakelprocedure.
Het pictogram van de bel op het
display van de regeleenheid beweegt.
String in de alarmlijst:
UnitOff EvapEntWTempSen
String in het logboek alarmen:
UnitOff EvapEntWTempSen
String in snapshot alarm
UnitOff EvapEntWTempSen
Reset
Lokale HMI
Network
Auto
5.2.2 UnitOffEvapLvgWTempSen - Storing sensor wateruitlaattemperatuur (LWT) verdamper
Dit alarm wordt telkens gegenereerd wanneer de ingangsweerstand zich buiten een aanvaardbaar bereik bevindt.
Symptoom
Status systeem is Off.
Alle circuits worden gestopt met een
normale uitschakelprocedure.
Oorzaak
Transien veroorzaakt een abnormale
werking van de verdamper.
De leidingen van het inlaat- en
uitlaatwater zijn omgewisseld.
De waterpomp werkt omgekeerd.
De temperatuursensoren voor het
ingaande en uitgaande water zijn
omgekeerd.
Oorzaak
De sensor is defect.
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(open).
Oorzaak
De sensor is defect.
Oplossing
Verhoog de tijdsvertraging waarmee
het alarm wordt gesignaleerd.
Controleer
of
het
water
tegengestelde richting stroomt ten
opzichte van het koelmiddel.
Controleer of de koeler werkt buiten
de ontwerpgrenzen.
Controleer de bedrading van de
sensoren op de regeleenheid van het
systeem.
Controleer de afwijking van de twee
sensoren tijdens de werking van de
waterpomp.
Noten
Oplossing
Controleer de intacte staat van de
sensor volgens de tabel en het
toegestane kOhm (k) bereik.
Controleer of de sensor intact is.
Controleer met een weerstandsmeter
of de sensor kortgesloten is.
Controleer dat er in de elektrische
contacten
geen
vocht
aanwezig is.
Controleer
of
de
aansluitingen goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Controleer of de sensor op de leiding
van het koelcircuit goed geïnstalleerd
is.
Oplossing
Controleer de intacte staat van de
sensor volgens de tabel en het
toegestane kOhm (k) bereik.
Controleer of de sensor intact is.
D-EOMAC01801-23_01NL- 43/59
in
de
of
water
elektrische