12
2.2 Behandelingsfuncties
Het apparaat levert de volgende behandelingsfuncties, mits deze zijn voorgeschreven.
2.2.1 Cough-Trak
Een belangrijk kenmerk van het apparaat is de mogelijkheid tot activering ervan door de inademing van de
patiënt, hetgeen bijdraagt aan de synchronisatie van de behandeling met de ademhaling van de patiënt. Deze
functie staat bekend als Cough-Trak.
De functie Cough-Trak is beschikbaar wanneer het apparaat in de automatische modus staat. Het
druktoedieningsprocédé wordt gesynchroniseerd met de inademingsinspanning van de patiënt.
Als de instelling Cough-Trak wordt geactiveerd in de automatische modus, begint de behandeling in de
pauzefase totdat inspanning van de patiënt wordt waargenomen.
Als Cough-Trak is ingeschakeld, is de instelling Pauzetijd uitgeschakeld en kan de gebruiker de instelling
Pauzetijd niet afstellen.
2.2.2 Oscillatie
De functie voor oscillatiebehandeling dient een oscillatoire behandeling toe op basis van instellingen voor
frequentie en amplitude. Gebruik van de oscillatiefunctie versterkt de mobilisatie en verbetert de bronchiale
drainage. Bij een lagere amplitude- en hogere frequentie-instelling zal de patiënt het minst merken van de
oscillaties.
Als de instelling Oscillatie is ingeschakeld, kan de gebruiker kiezen om de oscillatie toe te passen op de fase
Inademing, Uitademing of Beide (zowel in- als uitademing). De instellingen Frequentie en Amplitude kunnen
naar vereist worden gewijzigd. In hoofdstuk 4 vindt u nadere inlichtingen over de instellingen Oscillatie,
Frequentie en Amplitude.
Gebruikshandleiding CoughAssist E70